g 4' Oh uj LJh CROSSOCERUS WALKER1 CROSSOCERUS WESMAELI DIDINEUS EUN1CORN1S Maansikkelwesp e Afcp*5 D10D0NT1S 1NS1D10S1S ■c 1- c* O De zeer zeldzame C. walkeri is na 1980 met meer dan de helft afgenomen ten opzichter van de periode daar voor. De meeste waarnemingen komen uit het rievieren- gebied. Er is een oude vondst uit Zeeland bekend uit de omgeving van Domburg. Het voorkomen van deze algemeen verbreide soort ver toont in Zeeland twee pieken, namelijk aan het eind van juni en half augustus. Dat komt overeen met de melding van Blosch dat Crossocerus wesmaeli onder gunstige omstandigheden twee generaties per jaar heeft. Het is op Europese schaal beschouwd een kust- soort, die slechts plaatselijk in het binnenland voorkomt. In Nederland is Crossocerus wesmaeli in alle provincies aangetroffen, en met waarnemingen uit 157 uurhokken na 1980 is het (conform Klein, 1996) één van de alge meenste soorten van het genus. Ook de recent in Zeeland gemelde 85 vondsten uit 31 uurhokken onderstrepen dat. Daarbij kan worden aangetekend dat deze soort toch een duidelijke voorkeur heeft voor zandgrond, al is dat soms maar een klein zandig plekje temidden van de klei. Wat doet een graafwesp als Didineus lunicornis op een object als de eendenkooi te Anna Jacobapolder? Net als andere soorten graafwespen, die afhankelijk zijn van open grond, moet de conclusie getrokken worden hoe belangrijk het is, grond in de omgeving van voor graaf wespen geschikte leefgebieden kaal te maken. Andere verklaringen voor de aanwezigheid van Didineus zijn niet te vinden. Overal in zijn verspreidingsgebied is de soort zeer zeldzaam. Het dier graaft diepe gangen, in open zandstructuren, waar slechts één broedcel wordt aan gelegd. Een merkwaardig gegeven, om zoveel energie te steken in het graven van dergelijke gangen, terwijl vergelijkbare soorten als Alysson slechts ondiepe gangen graaft. Beide soorten uit de twee geslachten gebruiken cica den als prooi. Over de biologie is weinig bekend. Het verdient overwe ging in voor graafwespen succesrijke terreinen kunst matig broedbiotopen als stijlwanden en braak liggende grond als continue beheersmaatregel in te voeren. Een van de dingen die in Nederland opvalt is de aanwezigheid van de soort in Limburg en langs de grote rivieren. In die zin kan de maansikkelwesp opgevat worden als een fluvi- atiele begeleider met een uitmonding in Zeeland. Bepaald geen algemene soort in Midden en Noord Euro- na, allemaal uit- pa. Plaatselijk kan ze echter wat algemener kan zijn. Zie gesproken zand- ook de beschrijving bij Diodontis tristis. In Nederland ligt plekken. Over het zwaartepunt van de verspreiding in de duinen van het de biologie is vaste land. In Zeeland is de soort op zeven zes vindplaat- nagenoeg niets sen gevonden. Op de Eendenkooi van Sint Philipsland bekend. 162 Fauna Zeelandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 168