3 D10Ü01MTUS LIJFERUS DIODONTIS M1NUT1S DIOTONTIS TRISTIS Deze kleine zwarte graafwesp is in heei Nederland zeld zaam, sterk afgenomen en bedreigd. Er zijn actueel nog twee kernen in zijn verspreidingsgebied: Zuid Limburg en Zeeland. In bijna heel Nederland zijn er meer oudere dan recente waarnemingen. Opvallend daarbij is dat dat in Zeeland juist andersom is. De soort lijkt zich daar mee alleen in Zeeland goed te handhaven. Bijna alle Zeeuwse waarnemingen zijn van buitendijkse zandige plaatsen, zoals Het Zwin, De Kaloot en het Gasplateau in Saeftinge. Alleen de vondst aan de Breedsendijk bij Yerseke is binnendijks, maar ook daar op een zandige plek. Tot de prooien behoren bladluizen van de geslach ten Myzus en Macrosiphum. Li J Tl U Een minigraafwesp met een grote verspreiding over Eu ropa tot ver in het Noorden. Het mannetje met gele pootjes en het vrouwtje met rode pootjes zien er heel verschillend uit. In vergelijking met de andere soorten uit het geslacht zelfs fraai om te zien. Aan het nest stellen ze niet veel eisen, hoewel het zandige profiel wel de voorkeur geniet. Veel hoeft het niet te zijn. Achteloos een hoop zand ergens wegge legd en Diontis minutus weet het wel te vinden. Allerlei stijlkantjes worden benut. Een waarneming betreft een kleine kolonie in een zijkant van een afgetrapt koei- enpaadje in het duingebied van de Verdronken Zwarte Polder in Zeeuws- Vlaanderen. Uiteraard is de soort in Zeeland algemeen in allerlei biotopen. Myrmosa atra uit de Mierwespfamilie wordt als parasiet opgegeven. In onze waarnemingen klopt dat heel goed. Vooral be boste gebieden met veel Diotontis minutis bevatten ook veel Myrmosa atra. De prooien voor de broedcellen zijn verschillende soorten gevleugelde bladluizen. Deze grotere uitvoering van minutus, is geheel zwart met een sterk rimpelige structuur op de zijkant van het borststuk. Wat betreft de keuze van prooien kiest tris- tis, in tegenstelling met de voorganger, ongevleugelde bladluizen. Iets wat opvalt uit jonge en oude waar nemingen, is dat de intensieve spreiding van tristis in de duinen, inclusief die van de wadden, plotseling lijkt op te houden bij Walcheren. Is dit toeval of is er iets speciaals heeft een grote verspreiding in de duinen, met Walche- aan de gang? Ook de hiervoor besproken soort insidiosis ren als uitzondering. Bijen en wespen in Zeeland 163

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 169