rVJ: ft LESTICA ALATA Ivoorwesp 2 S) -q LESTICA SUBTERRANEA Gewone vlinderdoder LESTIPHORUS B1C1NCTUS LINDEINIIUS ALB1LABR1S De ivoorwesp is een middelgrote zwartgele wesp die 1 waarneming leeft in de warmere biotopen met een open vegetatie. gedaan, bij Het is landelijk een zeer zeldzame, sterk afgenomen Domburg in de en bedreigde soort. Na 1980 is er in Zeeland slechts duinstrook. q-H In tegenstelling met wat zijn naam doet vermoeden is de gewone vlinderdoder in West Nederland verre van algemeen. Er waren in het westen van ons land alleen een viertal oudere waarnemingen. Op 29-7-2002 werd het tot nu toe enige Zeeuwse exemplaar aangetroffen in de Wildelanden bij Heikant. Het betrof een vrouwtje die in het voor haar typische biotoop van halfopen en warm zand een jachtgedrag vertoonde. Deze waarneming op het dekzandgebied sluit enigszins aan bij de wat meer oostelijke verspreiding in Nederland. Eveneens een soort gespecialiseerd op het vangen van schuimcicaden waar onder Philaenus spumarius. Argogorytes mystaceus, waar de soort qua wespuiterlijk op lijkt, is b.v alleen op spumarius gericht. Lestiphorus bicinctus wordt de laatste jaren overal algemener. We kunnen dat in Zeeland goed merken. Op verschillende plaatsen is de soort gevangen. Je zou uit de vindplaat sen een voorkeur voor zand kunnen afleiden. In de landelijke verspreiding zie je het beeld naar voren komen van rivierbegeleiding vanuit Zuid Limburg. De interpretatie van zandvoorkeur past goed in het beeld van de geconstateerde kolonisatie vanuit het Zui den. Het betreft een mediterrane soort en is warmte- minnend. Bosranden worden als voorkeur in de biotoop keuze genoemd. Rivieren bezitten vaak de genoemde biotoopeigenschappen en kunnen daarom goed als begeleiders dienen. Het warmer worden van het klimaat kan hier mede voorwaarde scheppend in zijn. Broed- parasieten zijn bij de soort niet bekend. Dat is dikwijls het geval met een relatief zeldzame soorten. Deze soort is met een tamelijk egale verspreiding over 48 Zeeuwse uurhokken veruit de algemeenste soort van dit geslacht. Lindenius albilabris is in een flink aan tal verschillende biotopen aangetroffen. Hieronder zijn tuinen, bosranden, dijken en duinen wel de voornaam ste. Wat wel opvalt is haar binding aan een zanderige bodem. Het Zeeuwse verspreidingsbeeld past niet zo goed in het landelijke, omdat de soort in het westen van het land verder niet erg algemeen lijkt. 168 Fauna Zeefanifica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 174