PEMPEIREDON LEIGIJBRIS PEMPEIREDON MORIO PEI1LANTEIUS TRIANGULUM Bijenwolf Weer een soort met een weinig verheffende naam. Lu- gubris is over het algemeen wat groter - soms tot 12 millimeter- dan z'n soortgenoten en graaft in de wekere dode houtsoorten zelf gangen, kevervraatgangen wor den daarbij benut. In tuinen, parken en bosjes, kortom overal waar dood hout een ecologische rol mag spelen is lugubris te vinden. Het is in Nederland een algemene soorten heeft als inornata een ge lijkmatige sprei ding over Zee land. De soort is alleen wat min der algemeen dan inornata. De parasiet Omalus auratus wordt ook op de vangplaatsen gevangen. Bij Pemphredon morio wordt ook de ondersoort cly- pealis genoemd. Het is echter niet zeker of de soort apart beschreven dient te worden. Wim Klein houdt het op slechts alleen morio, waarin deze beschrijving voor lopig in mee gaat. De ondersoort Morio clypealis wordt overigens voor het Schouwse duingebied gemeld. Morio is verder bekend van nog zeven vindplaatsen. In Neder land is de soort beslist niet algemeen en komt voorna melijk voor in het Oosten van het land. Voor de kust wordt het predi kaat zeldzaam meegegeven. In leefwijze ver schilt Morio niet veel met de an dere Pemphre- donsoorten alleen met die verwijzing dat de soort in heel z'n Europese versprei dingsgebied een zeldzaam karakter heeft. De Bijenwolf is voor de leek een van de meest aanspre kende graafwespen. De vrouwtjes zijn tot 17 mm groot en vangen honingbijen als prooidier voor de opgroei van de larven. De soort is voornamelijk gebonden aan zand gronden, maar het nest wordt ook wel in bodems die wat klei bevatten aangelegd. Misschien is de bijenwolf op het zand talrijker dan elders. Maar dijken, wegber men, slootkanten en bebouwd gebied worden eveneens door de Bijenwolf voor nestbouw benut. Zodoende kan de soort op bloemrijke plaatsen waar veel honingbijen vliegen in vrijwel heel Zeeland worden waargenomen, al zullen de aantallen in het poldergebied doorgaans lager liggen dan langs de duinrand. Het populatieverloop van de Bijenwolf in Nederland is aan sterke schommelingen onderhevig. Warme droge zomers hebben een positieve invloed op de aantallen en verspreiding van deze soort. In de negentiger jaren is de soort in Zeeland, evenals elders in Nederland sterk toegenomen. Bijen en wespen in Zeefand 179

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 185