RHOPALUM CLAV1PES
RHOPALUM COARCTATUM
RHOPALUM GRAC1LE
SPILOMENA BEATA
(=EXSPECTATA)
In Nederland komen drie soorten uit het geslacht Rho-
palum voor, die ook alle drie in Zeeland zijn aangetrof
fen. Het zijn vrij kleine wespjes, die opvallen door wat
langere, plaatselijk verdikte poten met een gekleurde
tekening. Ze vangen sprincicaden (bladvlooien), stoflui-
zen en diverse soorten kleine vliegen. Evenals andere
kleine wespen die zelden bloemen bezoeken, worden ze
bij inventarisaties niet snel opgemerkt.
R. clavipes is een algemene soort in Nederland, die
verspreid in het land is vastgesteld. Het lijkt vooral
een soort van vochtig struweel op zandgrond of klei-
houdend zand. In Zaamslag werd P. clavipes met een
malaiseval ook in een tuin gevangen. De soort vangt
alle hierboven vermelde prooien en nestelt in verlaten
insectengangen in hout en in plantenstengels.
R. coarctum is mogelijk iets algemener dan R. clavipes.
Ze wordt eveneens verspreid in Nederland aangetrof
fen. Het voorkeursbiotoop lijkt niet sterk af te wijken
van R. clavipes en moet in ieder geval vrij vochtig zijn.
Echte poldergebieden en laagveen worden gemeden.
Verschillende soorten vliegen en muggen en soms stof-
luizen of zelfs netvleugeligen vormen de belangrijkste
prooidieren. De soort nestelt op dezelfde plaatsen als
R. clavipes.
R, gracile is een minder algemene soort die we vooral
bij zoetwatermoerassen moeten zoeken omdat veder
muggen als prooi voor de larven dienen en de soort in
rietstengels nestelt. Met gericht onderzoek in dergelijke
gebieden, zou ongetwijfeld een flink aantal kilometer-
hokken te vullen zijn.
De soorten van het geslacht Spilomena zijn alle zeer
kleine zwarte wespen (2-3 mm), die slechts door een
beperkt aantal kenners verzameld zijn. De kennis over
deze soorten is dan ook gebrekkig. Van S. expectata
werden 4 vrouwtjes gedetermineerd uit malaiseval-
materiaal (1999) van een tuin in Burgh door Jeroen de
Rond. Over het geslacht Spilomena is veel taxonomische
discussie gevoerd en daarbij is expectata samengevoegd
met de oor
spronkelijk van
onze vindplaats
vermelde beata. Prooidieren voor dit minieme wespje
vormen thripsen, de bekende "onweersbeestjes". S. ex
pectata nestelt in holle of met merg gevulde stengels.
Bijen en wespen in Zeeland 181