z; "3 LO -q ST1GMUS PENUULUS STIGMUS SOLSKYl TACUYSPHEX EULV1TARS1S TACHYSPHEX NITIDUS pj*j H-l c* Ook Stigmus is weer zo'n genus van kleine zwarte wespen (3 - 5,5 mm). S. pendulus is verspreid in Ne derland vastgesteld, maar zeldzaam in het kustgebied. De eerste locatie waar de soort in Zeeland de afgelopen jaren af en toe verzameld is, betreft een malaiseval in een tuin te Burgh. De val staat hier opgesteld bij een stel pruimenbomen die meestal dik onder de bladluis zitten. Ook op de Eendenkooi op Sint Philipsland werd deze soort meerdere malen in een malaiseval gevangen. S. solskyi komt wat vaker in het kustgebied voor, maar is zeker niet algemener dan S. pendulus. Gezien het aan tal waarnemingen in de afgelopen twintig jaar lijkt de soort op veel plaatsen af te nemen. In Zeeland werd S. solskyi óp twee plaatsen met malaisevallen vastgesteld, namelijk in Burgh en bij de Eendenkooi Anna Jacoba- polder. Verder zijn er verspreide handvangsten. Evenals S. pendulus jaagt de soort op bladluizen. Ze nestelt in takken van bijvoorbeeld vlier, maar ook in verlaten in sectengangen in hout. S. pendulus jaagt op bladluizen en nestelt in bramen stengels. 0 Tachysphex fulvitarsis is een kustgebonden soort uit de groep van de Sprinkhanendoders. De Zeeuwse versprei ding van deze zeer zeldzame maar toegenomen soort past goed in het Nederlandse beeld. Er zijn twee oudere vondsten naast een recente vondst, allen in de duinen van Schouwen. Het is goed denkbaar dat met een ver dere opwarming van het klimaat deze zuidelijke soort in de toekomst in Zeeland algemener wordt. Tachyspex nitidus is na T. pompiliformis de meest verbreide soort van het geslacht. Er is een vrijwel ononderbroken reeks waarnemingen uit het duin gebied van Cadzand tot en met Schiermonnikoog. Ook in Oost Nederland komt de soort veel voor. Internati onaal gezien moet nitidus vooral beschouwd worden als een kustbewoner, die voorkomt van Noorwegen en Finland tot in Noord Afrika. Nitidus bevindt zich vaak in gezelschap van spinnendoders en van de witbaard- zandbij. Stuifzand wordt daarbij niet geschuwd. Als buit worden hoofdzakelijk de larven van veldsprinkanen (Acrididae) benut. 182 Fauna Zeefanificn

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 188