Babyvoeding Als er eenmaal een nest gegraven, gebouwd of gevon den is, wordt daarin één of meer eitjes gelegd en er wordt een voedselvoorraad voor de toekomstige larven aangelegd. Soms wordt eerst het eitje gelegd en daarna het larvenvoedsel verzameld, maar vaker is de volgorde andersom. Voor bijen bestaat de voedselvoorraad uit stuifmeel (pollen), dat afhankelijk van de soort van een enkele plantensoort of familie afkomstig is, of van een heel scala aan toevallig voorhanden zijnde planten. Het stuifmeel wordt met behulp van nectar aangelengd tot een min of meer vloeibaar papje. De larve die uit het ei komt heeft meteen voldoende voedsel bij de hand om uit te groeien tot een volwassen insect. Precies zo gaat dat bij wespen, met dit verschil dat wes pen hun nageslacht provianderen met dierlijke prooien. Afhankelijk van de soort wesp kan het gaan om een heel scala aan verschillende prooien. Ook hier zijn weer alles- eters en supergespecialiseerde soorten. Limonadewes pen maken een papje van een groot aantal verschillende vliegen, vlinders en andere insecten, maar de meeste spinnendoders zijn niet alleen gespecialiseerd op spin nen, maar zelfs op één bepaalde soort of geslacht. Sommige wespen kauwen hun prooi fijn en maken zo voor de larven een soort wespen-olvarit. Maar vaak worden de prooien niet gedood, zodat het voedsel voor de larven vers blijft. Veel graafwespen verlammen (pa- raliseren) hun prooi en ook spinnendoders doen dat wel. Maar spinnendoders hanteren ook een andere methode om hun prooi machteloos te maken. Zodra ze een spin overmeesterd hebben worden de poten afgebeten en is de spin volkomen hulpeloos. Als een nest voorzien is van één of meer eitjes wordt het, nadat er voldoende proviand is aangebracht, af gesloten. Dat kan gebeuren met zandkorreltjes of stuk jes boomschors, maar vaak ook met een dekseltje van fijngekauwd hout of bodemsubstraat. Zo is het broed beschermd tegen alle mogelijke belagers. In de tijd die volgt is er in de regel geen sprake van enige zorg voor het broed. Slechts van de harkwesp en van de sociale bijen en wespen is bekend dat die ook na het voltooien van het nest nog voedsel aanvoert voor de jonge larven. Bij andere soorten moeten de larven teren op de aangelegde voedselvoorraad en vertrouwen op de bescherming van het afgesloten nest. Koekoeken Hoeweldie bescherming is nooit absoluut. Er zijn altijd weer belagers die door de bescherming heen we ten te prikken en zich dan aan het broed vergrijpen. Dat wordt beschreven in het hoofdstuk vijanden en para sieten. Maar niet altijd komt het gevaar van buitenaf. Een kluwen vechtende schorzijdebijen boven een net uitgeslopen vrouwtje Zowel de nesten van bijen als die van wespen worden belaagd door broedparasieten uit de eigen familie, de zogenaamde koekoeksbijen en -wespen. Koekoeksbijen en koekoekswespen doen precies wat hun naam voorgeeft. Net als hun ornithologische even knieën leggen ze hun eitje in het nest van een andere soort. Daarbij groeit het koekoeksjong op ten koste van het eigen broed van de pleegouders. Het eerste wat een uit het ei gekomen larve van een koekoek doet is het consumeren of verstoren van het ei of de larve van de gastheersoort en vervolgens heeft-ie het rijk alleen. Er zijn onder de bijen en wespen complete orden en families die uitsluitend uit broedparasieten bestaan. Daartoe behoren onder meer goudwespen, knotswes pen, wespbijen en woekerbijen. Maar soms komt het voor dat binnen één geslacht de ene soort als koekoek van de andere optreedt. Dat zien we bijvoorbeeld bij plooivleugelwespen en bij hommels. Bij sommige hom mels lijkt het alsof er sprake is van een geleidelijke ontwikkeling van broedparasitisme. Daarbij is er binnen een populatie sprake van individuen die zich als (ge deeltelijke) broedparasiet gedragen. Seizoensgebonden voortplanting Net als de meeste dieren planten bijen en wespen zich voort op het moment dat het meeste voedsel voorhan den is. Daaruit volgt automatisch dat er flinke seizoens- verschillen zijn. De fluitenkruidbij proviandeert haar nest op het moment dat het fluitenkruid bloeit, zo rond begin mei. De schorzijdebij is gebonden aan de bloei van de zulte, in de tweede helft van augustus en begin september. Ook wespen provianderen hun nest op het moment dat de prooien het talrijkst zijn. Veel bijen en wespen hebben een betrekkelijk korte vliegperiode en de volwassen dieren sterven zodra de voortplanting gewaarborgd is. Van de meeste soorten is er slechts één generatie per jaar, die slechts gedurende de beperkte tijd van enkele weken of maanden als vol wassen insect kan worden waargenomen. Andere soorten hebben twee of meer generaties per jaar. Veelal zijn dit de minder gespecialiseerde soorten. Het kan afhankelijk zijn van weersomstandigheden of andere factoren hoeveel generaties zich in een bepaald jaar manifesteren. 14 Fauna ZceCancfica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 18