pes. Op de heide in het dekzandgebied in Oost Zeeuws-
Vlaanderen is dat precies andersom).
Het Vlaamse zanddistrict
Hoewel ongeveer de helft van de Nederlandse bodem
uit voedselarm dekzand bestaat, is dit in Zeeland een
weinig voorkomend bodemtype. Alleen aan de zuidgrens
van Oost Zeeuws-Vlaanderen en een klein snippertje in
West Zeeuws-Vlaanderen hebben dekzand. Het kleine
deel in West Zeeuws-Vlaanderen is zo klein en ligt zo
geïsoleerd dat er slechts weinig typerende dekzandsoor-
ten kunnen leven. In Oost Zeeuws-Vlaanderen is wel
een ca 35 km lange strook aanwezig, die plaatselijk tot
wel een vijftal kilometer breed is en bovendien grenst
aan grote dekzandgebieden in Vlaanderen (Stropersbos,
Heidebos). De pleistocene zandgronden in het oosten
van Zeeuws-Vlaanderen tellen een aantal soorten die
in de rest van Zeeland niet voorkomen. Vaak gaat het
om soorten die landelijk een brede verspreiding hebben,
maar die in Zeeland vrijwel ontbreken. Daarnaast is er
een hele reeks van soorten die in het Vlaamse zanddis
trict hun zwaartepunt hebben, maar die in Zeeland ook
wel elders te vinden zijn. Dat geldt voor soms heel alge
mene soorten als de pluimvoetbij, het roodbuikje, grijze
zandbij, de slobkousbij en de graafwesp Cerceris quadri-
cincta, maar ook voor zeldzamere soorten als de schild-
wesp Crabro scutellatus en de donkere wilgenzandbij.
De kleine harsbij Anthidium strigatum, is gebonden aan
naaldhout (hars voor de nestbouw) en heeft een kleine
populatie in de bossen van Clinge. Op de heide op St.
Jansteen vliegt de heidezandbij Andrena fuscipes.
Veel soorten heeft het Vlaamse zanddistrict gemeen
met het duindistrict. Soorten die (veelal voor de nest-
bouw) simpelweg een voorkeur hebben voor zandgron-
Overzicht van bijen en wespen die in hun voorkomen
in Zeeland beperkt zijn tot het Vlaamse zanddistrict
Chrysis gracillima
Agenioideus cinctellus
Arachnospila hedickei
Evagetus sahlbergi
Priocnemis parvula
Priocnemis vulgaris
Allodynerus rossii
Crossocerus palmipes
Gewone vlinderdoder
Lestica subterranea
Harpactuslunatus
Kleine roetbij
Panurgus calcaratus
Bonte viltbij
Epeoleoides coecutiens
Heidezandbij
Andrena fuscipes
Kleine harsbij
Anthidium strigatum
Kattenstaartbij
Melitta nigricans
Het dekzandgebied omvat verder weinig voorkomende
elementen als naaldbossen en kleine heideveldjes
den zijn vaak ook in en rond de steden te vinden, waar
ze nestgelegenheid vinden op opgespoten terreinen en
zandige ondergronden van straten en pleinen.
Het is opvallend dat de bonte viltbij, een koekoeksbij
waarvan zijn waard de slobkousbij, in Zeeland een veel
bredere verspreiding heeft, zelf in zijn voorkomen toch
beperkt is tot het Vlaamse zanddistrict. Dit past goed
in het beeld van het gegeven dat de populaties van de
slobkousbij buiten het Vlaamse district van recente da
tum zijn.
Het zeekleidistrict
Het zeekleidistrict wordt door aculeatenonderzoekers
weinig bezocht, waarschijnlijk in veronderstelling dat
er weinig te beleven valt. De gegevens uit deze atlas
bewijzen het tegendeel. Soorten als bijvoorbeeld de
grasbij, de grashommel, de klaverdikpoot en de zwart-
sprietwespbij bereiken voorzover bekend nergens de
dichtheden die de afgelopen jaren in Zeeland geconsta
teerd zijn. Ook zeer zeldzame soorten als bijvoorbeeld
de priemzandbij (Andrena spinigera), Nomada stigma en
Sphecodes rubicundus zijn aangetroffen.
Het Zeeuwse zeekleigebied maakt enerzijds onderdeel
uit van een groter deel van Nederland, maar heeft
anderzijds ook een eigen gezicht. In de botanie werd
het gebied tot voor kort gerekend tot het fluviatiel dis
trict, wat gekenmerkt wordt door het voorkomen van
stroomdalsoorten. Een smalle band langs de grote ri
vieren loopt via de maasuiterwaarden in Zuid-Limburg
en het oostelijk rivierengebied via de Biesbosch en de
30 Fautta Zcelancfica