Hf <(9
mm*
Deltawateren naar zee. Het fluviatiel district is recent
in tweeën geknipt, waarbij het gedeelte in het delta
gebied is omgedoopt in het estuarien district. Feit blijft
echter dat er wel degelijk "stroomdalsoorten te onder
scheiden zijn; niet alleen in de plantenwereld, maar
ook in de (entomo) fauna. De bijen en wespen vormen
hierop geen uitzondering. Om te beginnen zijn er enkele
soorten die een min of meer specifieke stroomdalplant
als voedselplant hebben. Dat geldt bijvoorbeeld voor de
knautiabij en ook de heggenrankbij heeft met zijn spe
cialisatie op heggenrank een (naast de duinen) aan de
stroomdalen van de rivieren gerelateerde verspreiding.
De zandbij Andrena bimaculata komt in aantal voor
aan weerszijden van de Westerschelde, ter hoogte van
de Belgisch Nederlandse grens. De verspreiding in de
rest van Nederland wekt het vermoeden dat ook deze
soort beschouwd mag worden als een typische rivier-
begeleidende soort. Waarschijnlijk zijn er veel meer
bijen en wespen die als typisch fluviatiele soorten kun
nen gelden, maar de al genoemde eenzijdigheid in het
inventarisatie-onderzoek vertroebelt de beoordelings
mogelijkheden. Zo lijkt de verspreiding van de in Zee
land talrijk voortkomende graafwesp Ectemnius dives
gerelateerd te zijn aan de stroomdalen van de grote
rivieren, maar omdat juist Zuid-Limburg en het ooste
lijk rivierengebied zeer intensief onderzocht zijn, kan dit
beeld sterk vertekend zijn.
Het zeekleigebied in Zeeland omvat ook een estuariene
component. Zoals soorten vanuit Midden-Europa via
de stroomdalen van de grote rivieren doordringen tot
aan de Noordzeekust, zo zijn er ook soorten die zich
vanaf de kust via zeearmen en estuaria landinwaarts
verspreiden. Het meest sprekende voorbeeld vormt de
spieswesp Oxybelus quatuordecemnotatus, maar ook de
donkere zijdebij, de graafwespen Mimumesa littoralis,
Mimumesa bruxellensis en Mimumesa sibricana mogen
beschouwd worden als typisch estuariene elementen.
Ook de verspreiding van het plooivleugelwesp Ancistro-
cerus scoticus, waarvan een bloeiende populatie langs
de zuidkust van de Oosterschelde leeft. Bijen als het
zilveren fluitje, de kustbehangersbij en de duinkegelbij
dringen via de duinachtige biotopen van de deltawa
teren tot meer dan tien kilometer in het binnenland
door. In de Zeeuwse situatie zijn ook de schorzijdebij en
haar koekoek de schorviltbij als puur estuariene fauna-
Het estuarienne landschap in het Verdronken Land van Saeftinghe
Bijen en wesyen in Zeeland