•ÏU!#
ANDRENA HAEMORRHOA
Roodgatje
ANDRENA HATTORE1ANA
Knautiabij
ANDRENA HELVOLA
Valse rozenzandbij
Het roodgatje is voorzover bekend de meest voorkomen
de zandbij en na de honingbij zelfs de meest voorkomen
de bij in Nederland. In de loop van de vorige eeuw is het
roodgatje in Nederland sterk toegenomen en dat geldt
ook voor Zeeland, waar de soort tijdens het onderzoek
in 78 uurhokken werd aangetroffen. Dat is overigens
aanzienlijk minder dan de grasbij, die tijdens het
onderzoek in 99 Zeeuwse uurhokken werd gevonden.
Wat daarbij zeker een rol speelt is dat de grasbij jaar
lijks twee generaties heeft, wat de trefkans aanzienlijk
vergoot. Toch kan de voorzichtige conclusie getrokken
worden dat het roodgatje in Zeeland zeker niet over-
vertegenwoordigd is. Gezien de lichte voorkeur
van deze soort voor zandige bodems wekt dat in
een zeekleigebied als Zeeland ook geen verwonde
ring. Het roodgatje verschijnt al vanaf half maart;
na de eerste decade van mei neemt het aantal
waarnemingen zeer sterk af. Juniwaarnemingen
zijn in Zeeland van deze vroege soort niet bekend.
De knautiabij fourageert vrijwel uitsluitend op knau-
tia of beemdkroon Dat is een plant die in Nederland
zijn zwaartepunt heeft in de stroomdalen van de grote
rivieren, ergo een fluviatiel verspreidingspatroon. Van de
laatste decennia zijn in Nederland alleen waarnemin
gen uit Zuid-Limburg bekend. In Zeeland is de laatste
jaren veelvuldig en gericht naar de soort gezocht en dat
heeft erin geresulteerd dat in 2002 een kleine populatie
ontdekt werd ten zuiden van Terneuzen (Calle, 2002).
Andrena helvola is een vroeg in het jaar op wilgen en
andere voorjaarsbloemen vliegende bij, met een weinig
opvallend uiterlijk en gedrag. Naar deze soort is door
taxonomen de moeilijk te determineren helvola-groep
vernoemd. De hoofdvliegtijd ligt vroeg in het voorjaar en
alle Zeeuwse vondsten stammen uit de middelste decade
van april. Door de vroege vliegtijd en het onopvallende ui
terlijk wordt Andrena helvola mogelijk wel eens over het
op Schouwen-
Duiveland en Hulst-Kloosterzande in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen zijn intensief op het voorkomen van de
knautiabij onderzocht, maar zonder positief resultaat.
Het lijkt erop dat de populatie bij Terneuzen beschouwd
moet worden als een relict van een omvangrijker popu
latie in het verleden. Van belang is in dit verband dat
de knautia in de afgelopen decennia zeer sterk in aan
tal teruggelopen is en dat er momenteel sprake is van
een zeer verbrokkelde verspreiding. Dat maakt de kleine
aanwezige populatie zeer kwetsbaar. Er zijn een aantal
beheersmaatregelen genomen om de populatie in stand
te houden. De koekoeksbij Nomada armata is bij de Ter-
neuzense populatie niet aangetroffen.
hoofd gezien De
meeste vondsten
zijn afkomstig
van zandgrond,
maar ook kleige
bieden worden
niet gemeden.
Andrena helvola
is pas enkele ja
ren geleden voor het eerst in Zeeland waargenomen. De
soort gaat landelijk sterk vooruit en in dat beeld past ook
de recente vestiging in het Zeeuwse.
Omvangrijke
populaties van
de voedselplant
in de omgeving
van Dreischor
Fauna Icelandic a