z
ANDRENA P1E1PES
Koolzwarte zandbij
ANDRENA PRAECOX
Vroege zandbij
03
O
5*3
W
ANDRENA PROX1MA
Fluitenkruidbij
De koolzwarte zandbij is een erg grote zandbij, die
onmiskenbaar is door de diepzwarte kleur en de sterk
verdonkerde vleugels. De soort is in Zeeland nooit
verzameld, maar door een beginnend entomoloog werd
de koolzwarte zandbij spontaan herkend in een over
zichtscollectie. Omdat daarbij spontaan het voorkomen
op koolzaad en mosterd werd vermeld is de melding
zeer waarschijnlijk juist. Een nader onderzoek op het
-slechts matig onderzochte- noordwestelijk deel van het
De vroege zandbij was tot voor kort slechts van een
enkele vindplaats in Zeeland bekend, en wel in de
Walcherse duingebied is zeker gewenst, zeker omdat de
soort langs de Noord Franse kust plaatselijk algemeen
duinen van de
Kop van Schou
wen. De laatste
jaren is de soort
in 28 uurhok-
ken aangetrof
fen en het staat
wel vast dat
de werkelijke
verbreiding nog aanzienlijk uitgebreider is. De vroege
zandbij vliegt namelijk zeer vroeg in het jaar en wordt
daardoor gemakkelijk gemist. In jaren met koude en
natte lentemaanden kan de Vroege zandbij verstek la
ten gaan en ook dat bemoeilijkt de vorming van een
goed totaalbeeld. Op de landelijke verspreidingskaart
is het opvallend dat de concentraties van de vroege
zandbij samenvallen met de woonplaatsen van de
meest actieve waarnemers. Kortom: een soort met een
hoog "off-season-gehalte".
I
z
De fluitenkruidbij is recent in Zeeland in 29 uurhokken
gevonden. Ten opzichte van uurhokken die na 1980 in
heel Nederland zijn geregistreerd een hoge score. Deels
zal dit samenhangen met het feit dat de belangrijk
ste voedselplant, het fluitenkruid, speciaal in West-
Nederland veel voorkomt. Overigens is het zeker niet zo
dat de soort op willekeurig welke groeiplaats van de voed
selplant voorkomt. Het overgrote deel van de waarnemin
gen is afkomstig uit parken met gevarieerde boom- en
struikbegroeiing. Beschaduwde dijken met massavegeta
ties van fluitenkruid worden niet of nauwelijks bewoond.
De tweede reden voor de vele Zeeuwse vondsten is waar
schijnlijk dat er sprake is van een reële toename. In de
afgelopen halve eeuw zijn in het kader van ruilverkave-
lingen en infrastructurele werken veel kleine en
middelgrote bosjes aangeplant en bovendien heeft
de parkaanleg rond dorpen en steden een hoge vlucht
genomen. Het zijn dit type milieus waar de fluiten
kruid optimaal voorkomt Tot slot is het niet zo dat
de soort strikt aan fluitenkruid gebonden is. Ook
zevenblad wordt wel bezocht.
Bijen en wespen in Zeeland 59