Urp
z
2
-q
CQ
ANDRENA SPINIGERA
Doornkaakzandbij
H 'O
py fl
ANDRENA SDBOPACA
Witkopdwergzandb ij
ANDRENA SYNADELPHA
Breedrandzandbij
NIEUW VOOR NEDERLAND
Z
w
Pd
Q
i
Van der Vecht (1928) meldt dat "Andrena trimmerana
var. spinigera" noch in Nederland, noch in Noordwest
Duitsland voorkomt. De soort was toen al wel van
diverse Engelse vindplaatsen bekend. Schmidt-Egger
(1997) meldt de soort van zuidwest Duitsland en
dalen in de zuidelijke Alpen. Het is hiervoor het eerst dat
deze zeldzame soort voor Nederland vermeld wordt. Op
29 maart 2002 29 maart 2002 werd in het natuur
gebied Rammekens bij Ritthem een mannetje gevangen
op wilg. De soort werd pas later als zodanig gedeter
mineerd en daarom is er verder niet op het voorkomen
ter plaatse gelet. Omdat de vangst ging om een nauwe
lijks afgevlogen exemplaar, en gezien het vroege tijdstip
in het jaar, is het niet waarschijnlijk dat het om een
zwerver ging. Scheuchl (1996) meldt ten aanzien van de
vrouwtjes dat bij exemplaren uit Engeland de achter
randen van de tergieten barnsteengeel opgelicht zijn,
terwijl bij dieren uit de zuidelijke Alpen tergiet 1 en 2
aan de basis en op de achterranden rood gekleurd zijn.
Het Zeeuwse (mannelijk!) exemplaar heeft overduidelijk
de barnsteengele achterranden! Relevant is verder de
opmerking van Scheuchl dat het onbekend is of er ook
donker gekleurde vrouwtjes voorkomen en zo ja, hoe
die van carantonica te onderscheiden zijn!! Op de vind
plaats van spinigera zijn op dezelfde dag een manne
tje en een vrouwtje carantonica gevangen. Er zijn in
Zeeland diverse exemplaren met kenmerken van zowel
spinigera als carantonica verzameld. Een grondige taxo-
nomische revisie lijkt voor dit complex (waartoe ook
Andrena trimmeriana behoort) geen overbodige luxe.
Schmidt-Egger (1997) noemt de soort polylectisch en
geeft als vliegtijd op: april-juni. Perkins (cit. Van der
Vecht, (1928) geeft voor Engeland op dat de soort twee
generaties heeft, waarbij de eerste generatie leeft op
wilg, Ribes en vruchtbomen etc.; de tweede generatie
bezoekt in de zomer vooral braam en umbelliferen. Als
koekoeksbij wordt Nomada marshamella opgegeven.
Met 57 uurhokken waarin de soort recent is aangetroffen
behoort Andrena subopaca tot de algemeenste zand-
bijen van onze regio. Dit slechts 7 millimeter metende
bijtje heeft één generatie per jaar met een langgerekte
vliegtijd van eind maart tot begin augustus. Andrena
subopaca kan worden waargenomen in uiteenlopende
landschappen als duingebieden, parken, bloemdijken
en bossen. Er is echter sprake van een duidelijke voor
keur voor parkachtige landschappen. Subopaca is een
polylectische soort die veel algemener is dan zijn twee
lingsoort A. minutula.
Andrena synaldelpha is een van de lastige soorten uit
de helvolagroep. Met name met varians is deze soort
heel gemakkelijk te verwarren. Van A. synadelpha is
slechts 1 enkele waarneming uit West Nederland be
kend, maar tijdens ons onderzoek werd de soort twee
keer op Walcheren aangetroffen. Omdat het een vroege
soort is, waarvan de vliegpiek rond half april ligt kan de
soort makkelijk
op een aantal
plaatsen gemist
zijn. Dat geldt
temeer omdat
synadelpha graag op bomen en struiken foerageert en
dus wat minder makkelijk te vangen is.
60 Fauna Zeefandica