Een helm krab is bezig zich - ach terwaarts - in te graven. Herkenning Het rugschild is langgerekt ovaal, met twee ondiepe, gebogen groeven in de lengte. Het oppervlak is bezet met heel kleine korreltjes. Direct aan de buitenkant naast de ogen staat een scherpe, naar voren gerichte tand, en daarachter aan beide zijdekanten van het rugschild nog drie tanden en tussen de eerste twee nog een stomp uitsteeksel. De twee lange sprieten steken ver voor het rostrum uit. Ze zijn bezet met schuin naar binnen gerichte haren, die tezamen een buis kunnen vormen waar het dier door kan ademen als het ingegraven in de grond zit. De schaarpoten van het mannetje zijn opvallend lang, de scharen zelf echter kort. De schaarpoten van het vrouwtje zijn kort. De looppoten zijn bij beide geslachten kort, en langs de randen sterk behaard. Bijzonderheden De helmkrab komt voor van de getijdenzone tot ongeveer 100 meter diepte. Hij heeft een voorkeur voor zandgrond. In Zee land is deze soort, behalve aangespoeld op het strand, recen telijk voor het eerst levend in de Oosterschelde aangetroffen. De dieren leven overdag vertikaal ingegraven in het zand, met de bovengenoemde adembuis recht omhoog gericht, zodat die net boven het zand uitsteekt. Om effectief te kunnen zijn moet dan ook de waterstroom die langs de kieuwen gaat omkeren en de uitstroomopening wordt de instroomopening. 's Nachts worden helmkrabben actief. Ze eten vooral kleine kreeftach- tigen, wormen en weekdieren, maar soms ook stekelhuidigen of zelfs wieren. Helmkrabben vertonen trekgedrag. 's Winters zitten ze in die per water, maar in het voorjaar komen ze naar de kust. In de paartijd (voornamelijk mei - juni) zitten de mannetjes minder diep in het zand; vaak steken ze er half bovenuit. Ze hebben dan wel last van begroeiing door andere organismen, zoals wieren, zeepokken en hydroidpoliepen. Bij deze soort verschalen de vrouwtjes niet eerst voordat ze gaan paren. Alleen in een klein gebied rond de geslachtsope ning wordt het pantser zacht doordat er kalk aan onttrokken wordt. De eieren worden enkele dagen na de paring gelegd, en het pantser wordt weer hard. Vrouwtjes met eieren worden gevonden van februari tot in oktober. De helmkrab is bekend van enkele vondsten op meer dan 10 kilometer uit de kust in de Noordzee. Verrassend genoeg is de soort ook langs de \Brouwersdam en zelfs in de Grevelingen, bij Ouddorp aangetroffen. Zeefauna in Zeeland 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 111