Het komt voor dat een dier wordt geparasiteerd door 2 of meer krabbenzakjes tegelijkertijd. Een krab die met zo'n krabbezakje geïnfecteerd is, kan zich niet meer voortplanten. Onze bekendste krabbensoort zien we tegenwoordig steeds minder. Hij wordt op meerdere plaatsen verdrongen door een tweetal immigranten uit Azië, de penseel krab en de blaosjeskrab. de dieren zich ingraven, in veen maken ze holen en tussen mosselen, oesters, wier en stenen kunnen ze zich gemakkelijk verschuilen. De strandkrab is een alleseter. Hij leeft van aas, schelpdieren, garnalen en andere kreeftachtigen, waaronder ook soortgenoten, stekelhuidigen, wormen, vissen en wieren. Tot voor kort was de Strandkrab de algemeenste soort in de Zeeuwse getijdenzone. De laatste jaren is hij echter met name in de getijdenzone grotendeels verdrongen door de massaal aanwezige, uit Azië geïntroduceerde penseelkrab en blaas- jeskrab. In tegenstelling tot wat de naam zou doen vermoeden is de strandkrab niet beperkt tot het strand. Van alle krabben is dit niet alleen de talrijkste, maar ook de meest verbreide soort. Er zijn vondsten bekend van ver op zee, tot diep achterin de Westerschelde, tot over de Belgische grens. Ook dit kaartje geeft weereen fraai beeld van de inventarisatie-inspanningen de witte plekken zijn zonder twijfel plaatsen waar niet gezocht is. Bij de strandkrab, maar ook bij enkele nauw verwante soor ten, komt regelmatig de parasiet het krabbenzakje (Sacculina carcini Thompson, 1836) voor. Dit is een parasiet die door het hele lichaam van de krab groeit, als een soort wortelstelsel. Het krabbezakje is een kreeftachtig dier, verwant met zeepok ken. Alleen zijn larven verraden nog de familieverwantschap. Onder het achterlijf steekt een deel van het dier, met daarin de voortplantingsorganen, als een gelig zakje naar buiten. 112 Fauna Zeelandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 116