IRHB
De kleinste onder de zwemkrabben is opvallend gekleurd, maar kan door het patroon toch goed gecamoufleerd zijn.
Zeefauna in Zeeland 119
Herkenning
De kleine zwemkrab heeft een rugschild dat breder is dan lang,
maar omdat de voorrand opvallend uitsteekt lijkt het rugschild
langer dan breed. Het rugschild is grofgekorreld en onbehaard.
De rand tussen de ogen steekt ver naar voren en is verdeeld in
drie stompe lobben, de middelste hiervan steekt het verste uit.
De zijrand van het rugschild heeft 5 tanden, de eerste twee
zijn stomp en staan dicht bij elkaar, de 3e en 4e tand zijn groot
en stomp en de vijfde tand is klein en scherp. De scharen zijn
ongelijk en vrij spits, de snijvlakken van de vingers zijn regel
matig getand. De loop- en zwempoten zijn langs de zijrand
kort behaard. De kleur is variabel. Het rugschild kan bruin zijn
of geel met bruinrode vlekken en banden, maar er zijn ook
dieren gevonden met een rugschild met een bruine vlek. Ook
de poten zijn variabel van kleur, van geelbruin gebandeerd tot
violet. Zoals de naam al aangeeft is de kleine zwemkrab de
kleinste van de zwemkrabben. Hij bereikt een rugschildbreedte
van maximaal 2,5 cm.
Bijzonderheden
De kleine zwemkrab komt voor van de getijdenzone tot een
diepte van 250 meter. Hij wordt voornamelijk gevonden op
zachte bodems bestaande uit slik, zand of schelpgruis.
De kleine zwemkrab is een zeldzame soort die gedurende de periode
die deze atlas bestrijkt slechts één keer in de Deltawateren werd waar
genomen. Die waarneming was aan de zuidkust van Schouwen, ter
hoogte van deZeelandbrug.