Oppervlakkig gezien lijkt hij sterk op de strand krab, maar hij is lichter van kleur, oogt kwetsbaarder, en heeft uiteraard peddels. Herkenning Het rugschild is koffiefiltervormig, glad (zonder richels of bor stels) en met 5 scherpe tanden aan beide zijkanten en 3 tanden tussen de ogen, waarvan de middelste iets voor de twee bui tenste uitsteekt. In de oogkas zitten twee naadjes (fissuren ge naamd). De kleur van het rugschild is meestal grijsachtig blauw tot zandkleurig bruin met een gebogen rij lichtgekleurde vlek ken, net zoals bij de strandkrab. De breedte van het rugschild is meestal niet groter dan 3,5 cm, maar kan oplopen tot wel 5,7 cm. De beweegbare vinger van de schaar is slank en eindigt in een spitse scherpe punt. De binnenhoek van de pols (carpus) van de schaarpoot heeft een grote en scherpe spitse tand en de looppoten zijn korter dan de schaarpoten en de laatste twee de len zijn aan de randen behaard. De laatste leden van het laatste paar looppoten zijn afgeplat tot peddels en rondom behaard. Bijzonderheden Deze soort kan gevonden worden in de getijdenzone tot op een diepte van 100 meter. Zoals de meeste zwemkrabben is de gewone zwemkrab een snelle en agressieve krab en kan hij erg goed zwemmen. De dieren leven op bodems met zand, schelpengruis en stenen, maar ze hebben een voorkeur voor schoon zand waarin ze zich gemakkelijk kunnen ingraven. Om dat het zulke goede zwemmers zijn worden ze ook regelmatig aan de oppervlakte waargenomen, vaak tussen drijvend wier. Gewone zwemkrabben kunnen niet tegen te zoet water. 20 °/oo is de minimaal noodzakelijke Cl- concentratie. De gewone zwemkrab is een uitgesproken carnivoor. Hij jaagt actief op zijn voedsel, dat vooral bestaat uit kreeftachtigen, wormen en ste- kelhuidigen. Zelf worden gewone zwemkrabben gegeten door diverse vissoorten, waaronder kabeljauw, en door inktvissen als de sepia of zeekat. De gewone zwemkrab komt in alle Deltawateren verspreid en talrijk voor en is ook veelvuldig aangetroffen in de Voordelta. Voor het Verse Meer geeft de kaart geen records, maar dat beeld is inmiddels achter haald dankzij de open verbinding die het Veerse meer weer heeft met de zee. De verspreidingskaart van deze soort is ook een weerspiegeling van de inventarisatie-activiteit. Het schijnbaar ontbreken van de soort in het oostelijk deel van de Westerschelde en de Grevelingen is duide lijk een waarnemingseffect. Zeefauna in Zeefand 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 129