Als je nader wilt kennismaken met deze agressieve krab, pas dan op je vingers! De scharen zijn behoorlijk scherp.
Bijzonderheden
De fluwelen zwemkrab komt In Zeeland voor in de getijdezone
tot in de diepe geulen. Hij houdt zich meestal op boven ste
nige bodems; daarom wordt deze soort in Zeeland vooral aan
dijkvoeten, op bestortingen en bij scheepswrakken gevonden.
In water met een wat lager zoutgehalte kunnen ze niet over
leven. Omdat het een zuidelijke soort is, kan hij ook slecht te
gen een lage watertemperatuur. In strenge winters treedt dan
ook massale sterfte op. Door de relatief zachte winters van de
afgelopen jaren heeft de fluwelen zwemkrab zich in ons land
stevig kunnen uitbreiden. Zoals de meeste zwemkrabben is de
fluwelen zwemkrab een snelle en agressieve krab en kan hij
erg goed zwemmen. Het is een uitgesproken vleeseter ("carni
voor") en een actieve jager. Zijn prooien zijn vooral kreeftachti-
gen, schelpdieren, wormen en vissen.
Herkenning
Het rugschild is bedekt met een dichte, korte beharing. Aan de
zijrand staan 5 scherpe tanden, op de voorrand tussen de ogen
staat een groot aantal (meestal acht tot tien) scherpe, ongelijke
tandjes, met in het midden een insnijding. Het rugschild en de
poten zijn blauw tot violet met rode vlekken, de vingers van
de scharen zijn donkerpaars. Doordat de beharing op de poten
wordt onderbroken door de hogere richels hebben de poten een
bruin-paars gestreept uiterlijk. De ogen zijn opvallend rood en
vormen hierdoor een goed determinatiekenmerk. Dit is ook on
der water heel goed te zien. De schaarpoten zijn sterk behaard
en het oppervlak ervan is korrelig; de knobbeltjes vormen op de
binnen- en buitenkant van de scharen verhoogde in de lengte
lopende rijen. Het mannetje heeft grotere scharen dan het
wijfje. Ook de looppoten zijn behaard en bevatten overlangse
richels. De haren zijn vuil-bruin. De rugschildbreedte bedraagt
maximaal 10 cm, maar meestal blijven de dieren kleiner.
De fluwelen zwemkrab vertoont trekgedrag: in de winter zit hij
wat verder van de kust in dieper water. In maart tot mei trekken
ze naar de kust en verder de zeegaten in en blijven daar dan tot
november. In sommige jaren worden er veel meer dieren waar
genomen dan in andere jaren. In strenge winters wordt vermoe
delijk het bestand gedecimeerd en het duurt dan enige tijd voor
dit weer opgebouwd is. Grote dieren worden in in België, Frank
rijk, Spanje en Groot Brittannië als een delicatesse beschouwd.
De fluwelen zwemkrab is talrijk te vinden langs alle oevers van de
Oosterschelde. Ook de bekende duiklocaties in de Grevelingen zijn al
lemaal op de verspreidingskaart terug te vinden. Langs de Noordzee
vallen met name enkele meldingen van de zuidoostkust van Walche
ren op. In de Westerschelde zijn geen meldingen ten oosten van de lijn
Ellewoutsdijk-Hoofdplaat.
Zeefauna in Zeeland 127