Geen dwarse groeven op het rugschild. 4
- Dier met een kreeftachtig uiterlijk. Het achterlijf is soms enigszins onder het lichaam gebogen,
maar er nooit vlak tegenaan gedrukt Rugschild met dwarse groeven. Galathea squamifera - Oprolkreeft
4. - Rugschild en poten kaal of met enkele verspreid staande haren.
De middelste tand van het rostrum is (de voorrand) is breder dan de twee buitenste
Pisidia longicomis - Gewoon porceleinkrabbetje
- Rugschild en poten dicht bezet met veervormige haren. De middelste tand van de voorrand van het rugschild is even breed
als de twee buitenste Porcellana platycheles - Harig porceleinkrabbetje
TABEL C - KRABBEN
1. - Rugschild langer dan breed; vooraan tussen de ogen in twee duidelijke tanden of stekels eindigend. 2
- Rugschild breder dan lang of ongeveer even breed als lang.
De voorrand tussen de ogen gelijkmatig gebogen of met ondiepe insnijdingen, of met drie of meer lobben of tanden. 7
2. - De grootste breedte van het rugschild voor het midden. De buitenste antennen zijn ongeveer even lang als het rugschild
en vormen samen een soort adembuis. Corystes cassivelaunus - Helmkrab
- De grootste breedte van het rugschild achter het midden,
de buitenste antennen zijn slechts klein en vormen geen adembuis. 3
3. - Het tweede paar poten is duidelijk steviger dan het derde paar. Inachus phalangium - Gladdde sponspootkrab
- Het tweede paar poten niet duidelijk steviger dan het derde paar. 4
4. - Direct achter het oog een brede tand, samen met een uitholling van het rugschild een soort oogkas vormend.
- Poten niet opmerkelijk dun. 5
- Direct achter het oog geen tand; geen duidelijke oogkas aanwezig. Poten opmerkelijk dun. 6
5. - Het rugschild achter de ogen geleidelijk naar achteren breder wordend Hyas araneus - Gewone spinkrab
- Het rugschild heeft achter de ogen een duidelijke insnoering; deze is echter vaak moeilijk te zien doordat de dieren
dicht begroeid zijn met wieren, hydroidpoliepen e.d. Hyas coarctatus - Rode spinkrab
6. - Het laatste lid van de laatste twee pootparen zwak gebogen, met korte stekels bezet; laatste 1/3 deel van de dactylus
ongestekeld. Rostrum vrij lang, reikend tot ongeveer de helft van de steel van de antennen Macropo
dia rostrata - Hooiwagenkrab
- Het laatste lid van de twee laatste pootparen sterk gekromd, met lange stekels over de gehele lengte. Rostrum zeer kort,
niet verder reikend dan tot 1/4 van de steel van de antennen Macropodia parva - Kleine hooiwagenkrab
7. - Laatste paar poten tot zwempoten geworden. De laatste leden hiervan zijn sterk verbreed en afgeplat. 8
- Laatste paar poten zonder sterk verbrede en afgeplatte leden, het laatste lid soms wel iets breder dan het laatste lid van
de vierde poot. 15
8. - De zijrand van het rugschild met negen spitse tanden, waarvan de achterste sterk naar opzij verlengd is
Callinectes sapidus - Blauwe zwemkrab
- De zijrand van het rugschild met vijf vrijwel gelijke tanden. 9
9. - Op de voorrand van het rugschild staan tussen de ogen zeven tot tien kleine tandjes, waarvan de middelste twee het grootst
zijn. Dieren merendeels roodbruin, met een paarsblauwe tekening; sterk en kort behaard
Zcefauna in Zeefand 29