Alaar dit kleine garnaaltje moet je echt gericht zoeken.
Het zesde achterlijfsegment is het langst. De achterrand van
het staartstuk (telson) is gepunt met ter weerszijden 3 be
weegbare stekels waarvan de middelste het langste is. De bo
venzijde van het staartstuk draagt 4 paar beweegbare stekels.
Bijzonderheden
De waaiergarnaal wordt sedert 1990 wat vaker gevonden in
de Oosterschelde, meestal in het najaar. Het is en kleine en
onopvallende garnaal, die makkelijk verwisseld kan worden
met de verwante soorten Eualus occultus en Eualus pusiolus.
Eualus pusiolus is overigens nog niet uit Zeeland bekend, maar
kan hier wel verwacht worden.
De waaiergarnaal wordt maximaal 2 cm groot. Over de biolo
gie van deze soort is vrijwel niets bekend; duikers treffen hem
vaak in holen tussen stenen aan. Na strenge winters wordt
deze soort minder waargenomen.
De waaiergarnaal, ook wel dwerggarnaal genoemd, vertoont het ver
spreidingspatroon dat van tal van andere mariene decapoden bekend
is. Volop aanwezig in de Oosterschelde en het Grevelingen en in de
Westerschelde beperkt tot het mondingsgebied.
Zeefauna in Zeeland 45