GEZAAGDE STEURGARNAAL Palaemon serratus (Pennant, 1777) •^grrrTrirtTmTTTm Zeefauna in Zeeland 51 scaphoceriet geen tanden 2 tanden achter de oogkas vrij deel versmolten deel buitenste spriet van de bovenste voelspriet zijn duidelijk korter dan de palm. Het staartstuk (telson) draagt aan elke zijde twee stekels. Bijzonderheden De gezaagde steurgarnaal is een goede en actieve zwemmer, die vooral voorkomt in de monding van de zeegaten en in het kustwater, waar vaak behoorlijke stromingen staan. Vrouwtjes met eieren worden meestal in de periode novem- ber-juni gevonden. Juveniele exemplaren zijn uit de Delta wateren niet bekend; vermoedelijk zijn het vooral de oudere dieren die naar de kust trekken. Herkenning Volwassen dieren zijn tussen de 5 en 8 em lang. De maximale lengte is 11 cm. Het lichaam is doorzichtig met overdwarse donkere strepen. In troebel water kunnen ze geheel doorzich tig zijn. De poten kunnen blauwe en gele banden dragen. Het verticale blad (rostrum) aan de voorzijde van het rugschild is langgerekt, gezaagd en meestal naar boven gekromd. Het is duidelijk langer dan het horizontale blad (scaphoceriet) aan de onderste voelsprieten. Het voorste deel van de bovenkant draagt geen tanden, het achterste deel heeft 6 tot 8 tanden (soms 9 of 10) die op gelijke afstand staan. Aan de onderzijde staan 3 of 4 tanden (soms 5 of 6). Tussen de tanden staan haren. Het rugschild heeft voor aan beide zijkanten twee ste kels. De bovenste voelsprieten (antennulae) zijn gesplitst in 3 sprieten. De vingers van de schaar aan het tweede paar poten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 55