De roodsprietgarnaal is toegenomen in Zeeland, mede doordat er als gevolg van de Deltawerken meer beschutte plaatsen met relatief weinig
stroming zijn gekomen.
Herkenning
Volwassen dieren zijn tussen de 3 en 7 cm lang. De maximale
lengte is 10 cm.
Ze zijn doorzichtig met donkere stippen over het lichaam maar
zonder duidelijke lijnen of banden. De poten zijn doorzichtig
met gele banden bij de geledingen. Karakteristiek voor de
soort zijn de vele donkerrode stippen aan de onderzijde van
het gezaagde verticale blad (rostrum) aan de voorzijde van het
rugschild.
Het rostrum is vrijwel recht. Op de bovenkant staan op gelijke
afstand 5 of 6 tanden (zelden 4 of 7). Hierbij is de tand net
achter de punt niet meegeteld. Aan de onderkant staan 3 tan
den (zelden 2,4 of 5). Tussen de tanden staan haren.
De bovenste voelsprieten (antennulae) zijn gesplitst in 3 sprie
ten. De korte spriet van de gesplitste buitenste spriet is voor
een derde versmolten met de lange spriet.
De vingers van de schaar aan het tweede paar poten zijn iets
korter dan de palm. De palm is iets gezwollen. De pols is iets
langer dan de dij (merus). Het staartstuk (telson) draagt aan
elke zijkant twee stekels.
Bijzonderheden
De roodsprietsteurgarnaal geeft de voorkeur aan zout wa
ter met weinig of geen stroming en golfslag. Zulke plaatsen
waren er vroeger minder in Zeeland. Deze soort was tot in
de jaren 70 alleen maar bekend van de Inlaag 1953 bij Ou-
werkerk. Hij komt nu algemeen voor in de Grevelingen, een
getijdeloos water, en in enkele beschutte haventjes langs de
Oosterschelde. Het zijn matige zwemmers.
Vrouwtjes met eieren zijn bekend van mei tot augustus. Het
jaar erop kunnen de nakomelingen zich alweer voortplanten.
Het zijn alleseters. In de Grevelingen trekken de dieren in de
zomer naar wat dieper water, in de Oosterschelde is dit ver
schijnsel niet waargenomen.
De kans om een roodsprietgarnaal te zien te krijgen is het grootst in
het Grevelinenmeer, waar de soort leeft tussen kleine wiertjes. Ook
langs de Oosterscheldekust is de soort veelvuldig aangetroffen evenals
op diverse plaatsen in het Veerse meer. Van de Westerschelde zijn geen
waarnemingen geboekt.
Zeefauna in Zeeland 53