GEWONE OE GRIJZE GARNALEN (Crangon crangon Linnaeus 17 58J Reeds in de Middeleeuwen werd er de Zeeuwse wateren op de gewone of grijze garnalen (Crangon crangon Linnaeus 1758) gevist en waren er regels voor de verkoop van vis. In elke kust plaats werden wel garnalen verkocht. Tegenwoordig worden in Zeeland uitsluitend garnalen aangevoerd op de vismijnen van Breskens en Colijnsplaat. De hoeveelheden fluctueren sterk, afhankelijk van het bestand. In 2006 werd in Colijnsplaat 699 ton en in Breskens 902 ton aangevoerd. Een jaar later, in 2007, was de aanvoer gedaald tot respectievelijk 381 en 647 ton. In 2007 was in Nederland de totale aanvoer 9551 ton met een waarde van 36,6 miljoen euro. Garnalen worden gevangen door kotters met boomkorren met speciale garnalennetten, grote netten die met een ijzeren dwarsboom opengehouden worden. De bodempees is van rol len voorzien, zodat deze zich niet in de zeebodem ingraaft. De mazen van het net zijn maar klein: 22mm. Dat betekent dat ook veel jonge visje gevangen zouden kunnen worden. Om dat schadelijke effect tegen te gaan, zijn garnalennetten uitgerust met een "zeef-lap", een stuk net waarin de mazen 5 tot 6 cm zijn. Hierdoor kan veel jonge vis ontsnappen. Aan boord wordt de vangst door een spoelzeef gevoerd: de garnalen worden eruit gezeefd en het overgrote deel van de bijvangst wordt levend in zee teruggespoeld. De openingen in de zeef zijn ten minste 6,5 mm; dit is ook de minimum breedtemaat voor de garnalen. Soms wordt er verder gesorteerd: met een zeef van 6,8 mm. Huispellen, zoals vroeger in veel vissersdorpen gebeurde, is om hygiënische reden niet meer toegestaan; alle garnalen wor den gekoeld met vrachtauto's naar grote pelcentra in Marokko vervoerd en komen gepeld en gekoeld weer terug. Wel minder, natuurlijk: voor een kilo gepelde garnalen zijn drie kilo onge pelde garnalen nodig. Vrouwtjes met eieren en ook larven zijn vrijwel het gehele jaar aanwezig. In de maanden februari, mei-juni en augustus-sep- temberzijn de meeste larven aanwezig. Garnalen groeien snel. In de zomer hebben ze maar vier tot vijf maanden nodig om van larve een consumptiegarnaal van 5 tot 6 cm uit te groeien. Garnalen zijn protandrisch hermafrodiet: de mannetjes ont wikkelen zich, nadat ze de vrouwtjes bevrucht hebben, zelf tot vrouwtjes. Mannetjes zijn geslachtsrijp bij een lengte van 30 mm, vrouwtjes bij 50 mm geslachtsrijp. Garnalen hebben een inwendige bevruchting en de zaadcellen blijven lang levend in de eileiders van de vrouwtjes, zodat deze twee tot vier keer bevruchte eieren kunnen produceren zonder nieuwe paringen. Een mannetje kan twee maal paren en verandert dan in onge veer vier maanden in een vrouwtje. Consumptiegarnalen zijn dus eigenlijk allemaal vrouwtjes. Garnalen leven op bodems van zand of slikkig zand. Met snelle bewegingen van hun pootjes graven ze zichzelf in en aange zien de dezelfde kleur als de bodem hebben, zijn ze vrijwel onzichtbaar. In het voorjaar, als het zeewater warmer begint te worden, trekken de garnalen naar de kust en naar de zeegaten. In de zomer leven ze in het ondiepe water. In het najaar trek ken ze weer terug; in een koude winter gaan ze verder de zee in dan in een zachte winter. Bij het naar zee trekken verzame len de garnalen zich eerst van de platen en het ondiepe water in de geulen, waar ze gemakkelijk gevangen kunnen worden. Daarom is de garnalenaanvoer in het najaar altijd hoog. Naast de mens zijn er nog meer vijanden van de garnalen. Een goede kabeljauwbestand decimeert het garnalenbestand. Ook als er veel zwemkrabben aan de kust zijn, vangen vissers minder garnalen. Andere vijanden zijn de grondel (voor kleine garnaaltjes), de poon, de schelvis, de schar, de wijting en nog veel andere vissoorten. Ook de zeekat of Sepia, die langzaam boven de bodem zwemmend steeds een waterstraaltje naar voren spuit en daarmee de in het zand ingegraven garnalen verrast. Ze schieten weg, maar vaak is de Sepia met zijn lange tentakels sneller. Garnalen zijn zelf ook rovers; kleine garnaaltjes eten plankton en vislarven, grotere garnalen eten wormen en kleine kreeft- achtigen. Wel grappig: garnalen eten kleine visjes en grote vissen eten garnalen. 70 Fauna ZeeCamfica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 74