Een jonge heremietkreeft in een gele stompe alikruik. Het vierde en vijfde paar poten is zeer kort en dun, heeft enkele lange haren op de leden en bezit hele kleine scharen. Bijzonderheden De gewone heremietkreeft komt algemeen in de Zeeuwse wa teren voor. In het Zeeuws heet hij "rieke man": hij is rijk omdat hij een eigen huis heeft. Bij gevaar trekt hij zich diep in het slakkenhuis terug. De schaarpoten sluiten de opening af; de rechter schaar is het grootst. Als een heremietkreeft groeit, moet hij op zoek naar een groter leeg slakkenhuis. Jonge dieren gebruiken vaak alikruiken (Lit- torina littorea) en fuikhoorns Nassarius reticulatus), de meeste grote dieren zijn te vinden in wulken (Buccinum undatum). Het verhuizen, na een grondige inspectie van zijn nieuwe huis, gaat heel snel om het kwetsbare achterlijf maar kort onbeschermd te laten zijn. Om die reden verloopt ook de paring erg vlug. De eieren worden aan het achterlijf, in het slakkenhuis, meegedra gen. Vrouwtjes met eieren zijn gevonden van februari tot mei. Vaak zijn de door de heremietkreeft bewoonde slakkenhuizen overgroeid met de hydroidpoliep Hydractinia eehinata, de ruwe zeerasp. Daardoor kan de mondopening van het slakkenhuis verlengd worden, zodat de heremietkreeft niet hoeft te ver huizen. In het slakkenhuis leeft soms een zeeduizendpoot (de worm Nereis fucataen in de wand van het slakkenhuis wordt een en kele maal de ingeboorde soort Trypetesa lampas (verwant van de zeepokken) gevonden. Ook kan men aan het achterlijf een enkele maal het parasitaire heremietzakje [Peltogasterpaguri, verwant aan het krabbezakje Sacculina earcinivinden. Er zijn meer diersoorten bekend die met voorkeur op of in een slak kenhuis van een heremietkreeft wonen. Heremietkreeften zijn alleseters, met een voorliefde voor dode organismen. Ze leven bij voorkeur op zandige slikbodems, maar kunnen ook op andere plaatsen worden aangetroffen. Zeefauna in Zeefand 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 91