EEKHOORN
Sciurus vulgaris
Fauna Zeefandica
door Alex Wielarid
Nu, na jaren hebben we het er nog steeds over. Toen
onze dochter twee jaar oud was besloten we op va
kantie naar een bungalowpark in Brabant te gaan.
Op het park aangekomen zagen we vrij snel enkele
eekhoorns. En daar zou het bepaald niet bij blijven.
De hele week vermaakten we ons door de eekhoorns
noten te voeren en ze deden ons versteld staan van
het klimmen, klauteren en springen in de bomen.
Jaren later hebben we het er nog steeds over. Waar
schijnlijk staat bij veel mensen een waarneming van
deze aaibare soort in het geheugen gegrift. Het dier
uit de kinderverhalen blijkt echt te bestaan. Voor veel
kinderen bij uitstek een opstapje tot de ontwikkeling
van liefde voorde natuur.
Uiterlijk en herkenning
De lichaamslengte van de eekhoorn is maximaal 25 cm,
met een staartlengte tot 22 cm. Het gewicht in de zo
mer bedraagt 310-315 gram. Ze hebben oorpluimen in
de winter en een grote pluimstaart. Deze staart heeft een
signaalfunctie, daarnaast dient deze voor evenwicht bij
het springen en regeling van de lichaamstemperatuur. De
kleur van de vacht kan variëren van rood tot zandkleu
rig, grijs of zwart met een witte buik. Eekhoorns hebben
vier tenen aan de voorpoten en vijf aan de achterpoten.
Met de scherpe nagels kunnen ze uitstekend klimmen.
Een opvallend kenmerk zijn de onderkaakhelften die los
van elkaar kunnen bewegen waardoor ze makkelijk noten
kunnen kraken.
Gedrag
In tegenstelling tot wat veel mensen denken houden eek
hoorns geen winterslaap. Wel zijn ze in de winter min
der lang actief om niet te veel energie te verliezen. Bij
langdurige koude blijven eekhoorns zelfs overdag op het
nest. Eekhoorns wisselen regelmatig van nest. Te onder
scheiden zijn rust- en slaapnest. Het nest wordt gemaakt
in een natuurlijke boomholte, een verlaten spechtennest,
of ze maken zelf een bol nest van takken met bladeren
of naalden. In de winter en herfst worden vooral zaden
gegeten: hazelnoten, beukennoten, kastanjes, walnoten,
sparrenappels, dennenappels en lorkappels staan hoog op
de menulijst. Eikels van de zomereik worden gegeten bij
gebrek aan beter. Eikels van de Amerikaanse eik worden
niet gegeten. Boomsoorten met kleine zaden als populier,
wilg, berk en zwarte els hebben weinige waarde voor eek
hoorns. Ze leggen wintervoorraden aan waarbij ze de za
den telkens alleen of in kleine groepjes begraven. De win-
Waarnemingen eekhoorn 1989 - 2008 (rood) en voor 1989 (zwart).
tervoorraden worden terug gevonden op de geur. Vaak
worden ze ook vergeten of niet terug gevonden. Hierbij
levert de eekhoorn dan een bedrage aan de verjonging
van het bos. In het voorjaar worden knoppen en scheuten
gegeten. Later in het voorjaar en in de zomer worden ook
bloemen, bessen, insecten, rupsen, zwammen en af en toe
een vogelei gegeten. Vanaf juli neemt het aandeel zaden
in het dieet dan weer toe. De beste kans om een eekhoorn
te zien is 's morgens en op het eind van de dag. Ze zijn
dan het meest actief op zoek naar voedsel. In naaldbos
sen is de aanwezigheid makkelijk vast te stellen door de
afgeknaagde dennen- en sparrenappels.
Verspreiding
De eekhoorn komt in bijna heel Europa voor. In West-
Europa is de populatie tussen 1960 en 1970 drastisch
afgenomen ten gevolge van een virusziekte. Sindsdien
heeft de populatie zich weer grotendeels hersteld. Dit
komt mede door de aanplant van zaaddragende bomen
en de wettelijke bescherming van de soort.
In Zeeland
In Zeeland komt de soort momenteel vooral voor in Mid
den- en Oost Zeeuws-Vlaanderen. De soort heeft hier ook
geprofiteerd van de bosaanplant van de laatste tientallen
jaren. Op de verspreidingskaart zijn de kernbosgebieden
Braakman, Smidsschorre (Axel) en de bossen in de grens
streek, duidelijk terug te vinden. Van hier uit worden ook
kleinere bosjes tijdelijk bevolkt en zijn er zelfs waarne
mingen van boerenerven waar ze in het najaar walnoten
eten. Het aantal eekhoorns in een bos is afhankelijk van
de kwaliteit van het bos. De dichtheden zijn afhankelijk
van de grootte en de kwaliteit van het bos. Gemengde