percelen met een behoorlijke hoeveelheid naaldhout sco
ren het best. In 2003 is in samenwerking met de Zoogdier
vereniging een onderzoek uitgevoerd in een bosvak in het
waterwingebied te Clinge. Het betreffende bosvak was 13
hectare groot en bestaat voor een deel uit naaldhout en
een deel uit loofhout met enkele oude beuken. Er werden
14 zekere bewoonde nesten aangetroffen, wat neerkomt
op 2,2 dieren per hectare. Dit is vergelijkbaar met de bes
te bosgebieden in Vlaanderen, waar eveneens 2,2 dieren
per hectare zijn vastgesteld. De populatieontwikkeling in
Zeeland is merkwaardig en is voor een deel sterk beïn
vloed door uitgezette dan wel ontsnapte exemplaren. Op
Walcheren is de eekhoorn bekend sinds 1910, waar een
kleine populatie leefde in de Manteling. Deze populatie
is ontstaan na het ontsnappen van enkele exemplaren in
gevangenschap in Vrederust te Serooskerke. Door afschot
is deze populatie uiteindelijk verdwenen omstreeks 1927.
Verder is een vroegere introductie bekend van Ter Hooge,
ten westen van Middelburg en een bij Krabbendijke. Er is
slechts een enkele recente waarneming van Schouwen.
Deze bosgebieden liggen zo geïsoleerd ten opzichte van
de andere populaties dat ze na het uitsterven, niet her
bevolkt zijn. In de buurt van Cadzand is een introductie
bekend. In Zeeuws-Vlaanderen was de soort juist voor de
jaren '60 uitermate zeldzaam. Er waren slechts enkele
waarnemingen, in de omgeving van Clinge. Waarschijnlijk
is de reden hiervan dat in de eerste helft van de vorige
eeuw het areaal bos in Zeeuws-Vlaanderen nog uiterma
te klein was. De eerste recente waarnemingen in het wa
terwingebied Clinge- SintJansteen dateren uit 1988. Dit
betreft dieren die afkomstig zijn vanuit aansluitende bos
gebieden in Vlaanderen. In 1990 werd het eerste nest met
jongen vastgesteld in het waterwingebied aldaar. Sinds
dien is de populatie gegroeid en zijn ook andere delen van
Oost- en later ook Midden Zeeuws-Vlaanderen bevolkt.
De verdeling van de soorten waarnemingen bestaat voor
bijna driekwart uit zichtwaarnemingen: verreweg het
grootste aandeel. Daarnaast scoren waarnemingen met
fotovallen opvallend veel.
Verder onderzoek
Het is interessant de ontwikkeling van de populatie te
volgen. Enerzijds worden er in het kader van de realisatie
van de Ecologische Hoofdstructuur nog steeds nieuwe
bossen aangeplant. Hierdoor ontstaat er nieuw leefge
bied. Anderzijds worden bestaande bossen omgevormd
tot meer natuurlijker bos en verdwijnen voor een deel
de naaldbomen. In loofbossen komen over het algemeen
minder eekhoorns voor dan in gemengde bossen. Ook is
het interessant om te volgen of andere, meer geïsoleerde
bosgebieden in Zeeland uiteindelijk toch weer bevolkt
worden. Hopelijk niet door ontsnapte exemplaren maar
door natuurlijke verspreiding.
verdeling waarnemingen
eekhoorn (n=325)
o overige
115