oO
ROSSE WOELMU1S
My odes glareolus
door Jari Piet Bekker
118
Tot 1988 was de rosse woel muis in Zeeland alleen be
kend van Zeeuws-Vlaanderen. In 1994 werd de eerste
rosse woelmuis gesignaleerd bij Renesse, waarschijn
lijk meegekomen met een transport rijshout. Toen ik
in 1996 regelmatig naar Den Haag of Woensdrecht
reisde met trein of auto, vielen mij de bermbosjes op,
die als het ware ingeklemd lagen tussen de A58 en
de spoorbaan. Deze bosjes waren toen inmiddels zo'n
ruim 25 jaar oud en zouden vast plaats kunnen bieden
aan rosse woelmuizen die in overvloed in de bossen
van de Brabantse wal aanwezig waren. Uit braakbal-
onderzoek was toen bekend dat deze soort in Zuid-Be
veland nog niet voorkwam. Als die rosse woelmuizen
nu eens van bosje naar bosje getrokken zouden zijn...
Het plan wcts snel gemaakt: in de herfst elke dag een
half uur eerder op en een half uur later thuis gaf me
voldoende gelegenheid de bermbosjes tussen A58 en
hetspoorte bemonsteren. Het was direct raak: het eer
ste jaar bleek de soort al tot Vlake te zijn opgerukt en
Waarnemingen rossi
989 - 2008.
een jaar later tot Kapelle. Toevallig en met een beetje
doorzettingsvermogen werd hiermee de intocht van de
rosse woelmuis in Zuid-Beveland vastgelegd.
Uiterlijk en herkenning
Oppervlakkig gezien lijkt de rosse woelmuis een soort
mix tussen een ware muis als de bosmuis en een echte
woelmuis als de veldmuis. De lichaamslengte kan varië
ren van 80 mm bij jonge dieren tot maximaal 135 mm
bij volwassen dieren. Zijn snuit is niet zo spits als bij een
bosmuis, maarduidelijk minder stomp als bij een veldmuis
en ook zijn oren zitten er qua grootte tussen in. De staart
houdt met zo'n 35 mm bij jonge dieren, tot 72 mm bij
volkomen uitgegroeide exemplaren, ook het midden tus
sen die van bosmuis en een veldmuis. Verder is de staart
duidelijk tweekleurig: een donkerbruine bovenzijde terwijl
i rosse woelmuis in braakballen (stipgrootte gekoppeld aan aantal geplozen prooidieren)
1994 1996 1998 2000 2002