de onderkant lichtgrijzig is. De rugzijde is donker rossig van kleur en door die combinatie van kenmerken is de rosse woelmuis goed te herkennen. Zijn typische kiezen iaten duidelijk zien dat het een woelmuis is en stellen hem uitstekend in staat het harde cellulosehoudende voedsel voldoende fijn te maken. Gedrag Rosse woelmuizen zijn vaak te vinden in wat oudere bosjes; van daaruit verbreiden ze zich verder: maximaal ongeveer vier tot vijf kilometer per jaar. In randgebieden met dicht overjarig riet handhaven ze zich ook wel als er maar voldoende voedsel aanwezig is en dat is al gauw het geval. Dit voedsel bestaat dan vooral uit noten, zaden, bessen, vruchten en kruiden, maar ook allerlei insecten en andere ongewervelde dieren worden gegeten. Rosse woelmuizen kunnen goed klimmen: als het menu wat ka rig wordt kunnen ze in bomen op enige hoogte de schors aanvreten en zich te goed doen aan de bast. De looizuren in de voeding hebben wel een uitwerking op de kiezen met een flinke bruine aanslag als resultaat. In tegenstel ling tot Noord-Scandinavië, waar zich om de 4 tot 5 jaar meerjarige aantalschommelingen voor doen, zijn er hoe genaamd geen grote jaarlijkse fluctuaties in de gematigde streken. Verspreiding De rosse woelmuis komt in Europa voor van net over de poolcirkel in het noorden tot in Zuid Europa, maar daar dan vooral in de hogere bergstreken. In het grootste deel van het Iberische schiereiland en Griekenland wordt hij niet gesignaleerd. Deze soort heeft zich in een groot deel van Nederland weten te vestigen; hij ontbreekt tegen woordig alleen op de zeekleigebieden in het noorden en het niet bebouwde veenweidegebied van Holland. In Zeeland In Zeeuws-Vlaanderen is de rosse woelmuis van oudsher bekend maar in overig Zeeland kwam hij niet voor. Uit de intro blijkt al dat die situatie is veranderd en zich inmiddels zelfs al weer verder heeft gewijzigd. Zo is overduidelijk uit braakbalonderzoek gebleken hoe de rosse woelmuis, enige tijd na de eerste vondst in 1994 bij Renesse, stukje bij beetje de kop van Schouwen koloniseerde. In 2007 bleek ook Schelphoek gekoloniseerd, maar meer oostelijk (boe zem Flaauwers, Bommenede, Krekengebied Ouwerkerk en Dijkwater) werden nog geen rosse woelmuizen aangetrof fen. Ook op Noord-Beveland kan de soort tegenwoordig overal worden aangetroffen en kortgeleden is ook aange toond dat de rosse woelmuis in de verschillende delen van Walcheren voor komt. In 2008 werd de soort zelfs voor het eerst gevangen tijdens de verbouwing van het huis van deze schrijver... De trend van het percentage rosse woelmuizen in braak- ballen neemt toe in deze atlasperiode, maar is in geen en kel jaar meer dan anderhalf procent. De verdeling van de soorten waarnemingen bestaat voor meer dan tweederde uit vangsten; het resterende gedeelte betreft voorname lijk braakbalvondsten. Verder onderzoek De komende jaren zal de rosse woelmuis zich ongetwijfeld verder verspreiden over Zeeland. Grote en kleine bosjes vormen daarbij de 'stepping-stones' die ze gebruiken om verder te komen. Rosse woelmuizen fungeren nog al eens als gastheer van teken. Dit is op zichzelf niet zo interes sant, maar wel wanneer deze teken de drager zijn van de inmiddels ook in Zeeland geregeld voorkomende ziekte van Lyme. Rosse woelmuizen spelen ook een rol bij de verspreiding van het Hanta-virus. Dit virus kan de ziekte modderkoorts veroorzaken; de besmettingsgraad daar van onder rosse woelmuizen in Zeeland is niet bekend. Daarom is het interessant de verspreiding van de soort te volgen en de besmettingsgraad met de veroorzaker van de ziekte van Lyme of het Hantavirus in kaart te brengen. verdeling waarnemingen rosse woelmuis (n=2207) •valvangst overigen Zoogdieren in Zeeland 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 123