O WOELRAT Arvicola terrestris li:'- sssss* 120 Faum door Chiel Jacobusse Een meter of acht voor mij komt een drijvend ge vaarte aan. Het is een heel staketsel van grasstengels en wortels en het gevaarte heeft een flinke snelheid. Zoveel, dat het niet alleen maar om een drijvend hoopje planten kan gaan. Pas op een paar meter af stand zie ik hoe dit eilandje voortgestuwd wordt. Het is een woelrat die, afgeladen met nestmateriaal mijn kant opkomt Woelratten zijn zo bijziend als de kip pen en zo lang ik me maar stil houd heeft het diertje niks in de gaten. Schuin tegenover mij istie een hol binnengegaan en na zo'n 20 seconden komt-ie weer naar buiten. Even uitblazen. In de ingang van zijn hol zit het beestje plat op zijn achterste om even een sappige rietstengel te verorberen. Dat gebeurt op de manier van onze huishamster: de stengel wordt met twee prachtige handjes omklemd stukje bij beetje naar binnen gewerkt. Uiterlijk en herkenning De woelrat is geen rat, maar een woelmuizensoort en dat is aan het uiterlijk goed te zien. Het platte gezicht doet denken aan de verwante aardmuis en noordse woelmuis. De lichaamslengte van 130 tot 200 mm is er waarschijnlijk de oorzaak, van dat het dier zó vaak als (bruine) rat beschouwd wordt, dat het zelfs in de naam terugkomt. De staartlengte is maximaal 135 mm en het n woelrat 1989 - 2l wintergewicht schommelt tussen 120 en 190 gram. In de zomer wegen de dieren bijna het dubbele! Mannetjes zijn iets groter dan wijfjes en bovendien wat donkerder van kleur. De vacht varieert van bruingrijs tot diepzwart en de buik is geelachtig. De aanwezigheid van woelrat ten is makkelijk te constateren. Dit blijkt uit de aan wezigheid van hun holen in de slootkant en door de latrines die op de slootoever te vinden zijn. °/o woelrat in braakballen (stipgrootte gekoppeld aan aantal geplozen prooidieren) 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 124