Verspreiding
De ondergrondse woelmuis wordt gevonden in een brede
band door Europa vanaf de Atlantische kust van Frankrijk
en België tot in Oekraïne. In Nederland bereikt hij het
noorden van zijn verspreidingsgebied en is overwegend
ten zuiden van de grote rivieren vastgesteld.
In Zeeland
Aanvankelijk werd deze woelmuis alleen in Zeeuws-
Vlaanderen gevonden hetgeen aansluit bij het voorko
men in Vlaanderen. Sinds men er in de jaren 1940 begon
met het pluizen van braakbalpartijen komt hij steevast
tevoorschijn. Alhoewel niet echt talrijk, blijkt de soort er
overal in het agrarische gebied voor te komen. Na en
kele braakbalvondsten, waardoor nog aan het voorko
men getwijfeld kon worden, is in 1988 door middel van
vangsten vastgesteld dat de soort ook op Zuid-Beveland
aanwezig is, maar lang niet zo talrijk en wijd verspreid
als in Zeeuws-Vlaanderen. De Walcherse vondsten - van
1988 bij Dishoek - betreffen een braakbalvondst van
een ransuil. Hierbij is een versleping van elders - Zuid-
Beveland of Zeeuws-Vlaanderen - zeer goed mogelijk.
Het percentage ondergrondse woelmuis, dat gemiddeld
in braakballen wordt aangetroffen is voor Zuid-Beveland
1,3; voor Zeeuws-Vlaanderen is dit percentage het dub
bele (2,7). De trendontwikkeling voor deze beide regio's
samen is stabiel. De verdeling van de soorten waarne
mingen bestaat voor bijna 95 procent uit braakballen; de
rest wordt gevormd door vangsten en datgene wat de
kat aanbrengt.
De ondergrondse woelmuis is in Zeeland voornamelijk
beperkt tot de dijken en andere lintvormige landschap
selementen in overgangszones zoals akkerranden, grep
pelkanten, zoomvegetaties met veel hoog overjarige
grassen en kruiden. Het habitat wordt verder gekenmerkt
door een relatief lage vochtigheidsgraad en niet al te
harde bodems. Vooral op de zandgronden van Zeeuws-
Vlaanderen kan de soort lokaal een hogere dichtheid
bereiken.
Verder onderzoek
In Zeeland lijkt de ondergrondse woelmuis bezig met een
opmars: gezien de ontwikkelingen op Zuid-Beveland lijkt
het slechts een kwestie van tijd eer Walcheren definitief
wordt bereikt. Toch is dit nog maar de vraag, ook gelet
op de trendontwikkeling in Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-
Beveland. Het is zeker van belang om de verdere ontwik
kelingen op Tholen en Sint-Philipsland in de toekomst in
de gaten te houden. Een heel andere vraag is wanneer
de ondergrondse woelmuis Zuid-Beveland heeft bereikt
en of deze populatie samenhangt met die van Zeeuws-
Vlaanderen. Nader onderzoek met DNA-technologie zou
daar een antwoord op kunnen geven.
verdeling waarnemingen
ondergrondse woelmuis (n=900)
braakbal
vangst
overigen
Zoogdieren in Zeeland 127