VELDMUIS
Mircrotus arvalis
door Kees de Kraker
128 Fauna Zeefandica
In een bekend fabeltje gaan de stadsmuis en de veld
muis bij elkaar op bezoek. Aan het eind van het verhaal
kiest de veldmuis toch voor het wellicht wat saaiere,
maar minder gevaarvolle leventje op het platteland.
Voor veel mensen zijn alle muizen van buiten, veldmui
zen; toch is de soort die deze naam draagt vaak niet
degene die men bedoelt. Zo zijn het bosmuizen die bie
tenzaden of graankorrels eten en veldmuizen komen
niet in gebouwen of tuinen. Dat het leventje van een
veldmuis op het platteland zo rustig is, kunnen we ook
wel vergeten: veldmuizen vormen voor tal van dieren
een van de belangrijkste prooisoorten en moeten dan
ook voortdurend op hun hoede zijn. Daarnaast wordt
hun biotoop vaak letterlijk op de kop gezet door men
sen met ploegen, maaimachines of ander gereedschap.
Uiterlijk en herkenning
De veldmuis heeft de familiekenmerken van de woel
muizen: tamelijk gedrongen, vrij korte poten en een
stompe snuit; de lichaamslengte is maximaal 130
mm. Verder heeft deze muis een tamelijk egaal gladde
vacht met bruingrijze bovenkant en lichtgrijze buik
zijde, een kort staartje 1/3 lichaamslengte), kleine
maar goed zichtbare oren en licht gekleurde poten.
Als echte woelmuizen zijn het vooral woelers in de
bovenlaag. Naast de omgewerkte grond van ondiepe
gangenstelsels, zijn er in de vegetatie nog al eens uit-
geknaagde looppaadjes zichtbaar die naar de ingan
gen van holletjes leiden. Hoewel ook overdag actief,
is de kans op het waarnemen van veldmuizen niet
erg groot. Daarop bestaat nog de meeste kans bij een
door de kat gevangen muis uit het buitengebied, of
tijdens het controleren van nestkasten van uilen en
torenvalken, die in muizenrijke jaren vaak meer mui
zen bij de jongen brengen dan er opgegeten worden.
Een heel bruikbare indicator voor het voorkomen van
veldmuizen vormt het veelvuldig jagen van toren
valk, buizerd en blauwe reiger op bepaalde plaatsen.
Dit duidt altijd op woelmuizen, niet op bosmuis die
uitsluitend nachtactief is. Wanneer het om bermen
van wegen of slootkanten gaat, zal het hoofdzakelijk
veldmuis betreffen.
°/o veldmuis in braakballen (stipgrootte gekoppeld aan aantal geplozen prooidieren)