Q
O
In Zeeland
Vanwege zijn bijzondere status als endemische on
dersoort is de noordse woelmuis één van de best on
derzochte zoogdieren. In Nederland komt de noordse
woelmuis in enkele deelpopulaties voor. De muizen in
Zeeland, waar de soort zijn uiterste zuidwestgrens be
reikt, behoren tot de populatie van het Noordelijk Del
tagebied. Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee
vormen hierin het belangrijkste bolwerk. De bewogen
historie van het Deltagebied met stormen, dijkdoorbra
ken, overstromingen en nieuwe inpolderingen werkte
in het voordeel van de noordse woelmuis. Deze muis
was immers een goede zwemmer, en daardoor een
snelle pionier, die ook bestand is tegen natte en koude
omstandigheden. De eilandenstructuur van Zeeland
zorgde er voor dat de gebieden minder goed bereikbaar
waren voor concurrenten. De ontsluiting van Noord-
Beveland is het klassieke voorbeeld van terreinverlies
van de noordse woelmuis door de komst van concur
renten. Voor de afdamming van het Veerse Meer (1961)
was de noordse woelmuis de enige woelmuissoort op
Noord-Beveland, waar deze ruim verspreid voorkwam.
Na de afdamming rukte de veldmuis op en bezette na
verloop van tijd alle polders en dijken. Noordse woel-
muizen wisten zich met moeite op natte plaatsen in
inlagen, kreekresten en terreinen langs het Veerse
Meer te handhaven. In die tijd (1963) werd het eer
ste Nederlandse muizenreservaat gesticht in de Anna-
Friso Inlaag. Ook hier hield de soort, mede vanwege
het toegepaste begrazingsbeheer, geen stand. De la
tere komst van de aardmuis die zich ook in vochtige
biotopen thuis voelt, lijkt de belangrijkste oorzaak
voor het verdwijnen van de noordse woelmuis uit zijn
laatste toevluchtsoorden. Tegenwoordig is het zelfs
hoogst twijfelachtig of er nog noordse woelmuizen
op Noord-Beveland voorkomen. Of de soort zich zal
kunnen handhaven op enkele eilandjes in het Veerse
Meer waar deze in 1997 werd vastgesteld is de vraag.
Kleine sterk geïsoleerde populaties zijn op langere ter
mijn weinig levensvatbaar. De kans is dan ook groot
dan de zuidgrens van de noordse woelmuis binnen
kort aan de overkant van de Oosterschelde zal liggen.
Schouwen-Duiveland is het enige Zeeuwse voormalige
eiland waar nu in elk geval geen aardmuizen zitten en
de noordse woelmuis nog duidelijk aanwezig is. Nog
steeds wordt de noordse woelmuis hier in een heel
scala van biotopen aangetroffen, wat varieert van kar-
revelden, inlagen en kreekoevers tot akkerranden en
vochtige duinvalleitjes. Ook komt de noordse woelmuis
op enkele eilandjes in de Grevelingen voor (Archipel,
Stampersplaten en Dwars in de Weg). Op veel plaatsen
worden echter slechts kleine populaties vastgesteld en
uit het netwerk dat nodig is om deze in stand te hou
den dreigen steeds meer schakels weg te vallen. Groot
schalige natuurontwikkeling langs de zuidkust blijkt
tot nu toe bitter weinig te hebben bijgedragen aan een
verbetering van de positie van de noordse woelmuis op
Schouwen. Hoewel het voorkeursbiotoop van de soort,
een vochtig dynamisch milieu, sterk is toegenomen, is
dat door het toegepaste begrazingsbeheer ongeschikt.
De trend van het percentage noordse woelmuizen in
braakballen - alleen die van Schouwen-Duiveland
- varieert over de jaren tussen 6 en 14 procent. Drie
kwart van de soorten waarnemingen komt voor reke
ning van braakballen; het resterende gedeelte bestaat
voornamelijk uit vangsten.
16
12
noordse woelmuis in braakballen (SD)
(stipgrootte gekoppeld aan aantal geplozen prooidieren)
CX
Va
0
1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008
136