Bedreigingen
De positie van de noordse woelmuis wordt in het Del
tagebied bedreigd door het verdwijnen van de eilan
disolatie door aangelegde verbindingen en gesleep met
materialen, waarmee het oprukken van concurrenten
als aardmuis, veldmuis en rosse woelmuis in de hand
wordt gewerkt. Toenemende grootschaligheid in de ak
kerbouw, gepaard met lage grondwaterpeilen en een
goede drainage, zorgt er voor dat het agrarisch ge
bied voor de noordse woelmuis steeds minder leefbaar
wordt (verdwijnen van langdurige pias-dras situaties),
waardoor de uitwisseling tussen populaties wordt be
moeilijkt. Klimaatopwarming kan door het uitblijven
van strengere winters ook een rol gaan spelen. Afwis
seling van vorst en dooi zorgt er voor dat veel mui
zenpopulaties 's winters lokaal uitsterven. Dit is in het
voordeel van de noordse woelmuis die daar wellicht
iets beter tegen kan, maar vooral als pionier geïso
leerde gebieden waar de woelmuizen uitstierven als
eerste opnieuw weet te bezetten. Begrazing van na
tuurgebieden in steeds grotere eenheden bemoeilijkt
maatwerk voor de noordse woelmuis, zoals het tijdelijk
niet begrazen van delen van het gebied. De plannen
voor meer getij in de Grevelingen bedreigen het voort
bestaan van grote woelmuispopulaties in dit gebied.
Beschermingsmaatregelen
Hoewel de noordse woelmuis bij de aanwijzing van
de Natura 2000-gebieden Oosterschelde, Kop van
Schouwen en Grevelingen als prioritaire Habitatricht-
lijnsoort is opgenomen, valt het de terreinbeherende
instanties zwaar om serieuze beschermingsmaatrege
len te nemen. Het beheer is veelal op vogels of pio
nier- en schrale vegetaties gericht, waarbij begrazing
en hooien een belangrijke rol spelen. Deze maatrege
len zijn doorgaans juist nadelig voor de noordse woel
muis die het van een ruige vegetatie zonder betreding
moet hebben. Natuurbeheerders zullen meer rekening
moeten houden met de noordse woelmuis door natte
gebieden steeds gedeeltelijk voor een aantal jaren uit
de begrazing te halen. Bij natuurontwikkeling in natte
gebieden kan daarmee in de ontwerpfase al rekening
gehouden worden, door voorzieningen voor kleinscha
lig beheer en een structuur met veel eilandjes aan te
brengen. Natuurlijk verloop van het peilbeheer met 's
winters een hogere waterstand en 's zomers lager is
van belang bij de grotere kreken en wateren als Veerse
Meer en Grevelingen. Daarnaast kan verdere uitvoering
van het aanbrengen van brede langzaam oplopende
natuurvriendelijke oevers bij de grotere watergangen
door het waterschap, de verbinding tussen verschil
lende deel populaties verbeteren en daarmee de uit
sterfkans verkleinen.
Verder onderzoek
De verspreiding op Noord-Beveland, vooral de inlagen
en de kleine eilanden in het Veerse Meer zullen de ko
mende jaren gevolg moeten worden. Monitoren door
middel van braakballen in kerkuilenkasten is daarbij
een van de mogelijkheden.
■en in Zeeland 137