wezigheid van bosmuizen kan blijken uit het voorkomen van holen, open geknaagde noten of eikels. Ook vestigen ze aandacht op zich door gegraven gangen van ongeveer drie cm in doorsnee; voor de uitgang ligt vaak een waaier van uitgegraven losse grond. Gedrag Bosmuizen kunnen vrijwel overal voorkomen, als er maar enige dekking in de vorm van begroeiing of stenen aan wezig is. Alleen open gebieden en al te natte terreinen worden gemeden. In de winter trekken zij zich nog iets meer terug in bos- en struikrijke terreindelen. Ze zijn dan ook vaker in de buurt van schuren en woningen te vinden. Mannetjes streven naar een leefgebied, dat zo'n 2,5 hectare kan beslaan; vrouwtjes hebben een kleiner leefgebied. Onder bijzondere omstandigheden maken bosmuizen tochten tot 1 kilometer van het nest. Voedsel zoeken zij voornamelijk gedurende de nacht. Dat voedsel kan bestaan uit vruchten en zaden, maar ook uit insecten, slakken en wormen. De soort legt ook wel voorraden aan. Een bosmuis kan ongeveer 1,5 jaar oud worden, maar in de praktijk is dat vaak aanzienlijk korter. Voor nogal wat roofdieren is het een belangrijk prooidier. Verspreiding De bosmuis is overal in Europa ook in de zuidelijke re gio's van Noorwegen en Zweden een uitermate gewone verschijning. In het hoge noorden van Scandinavië en het uiterste noordoosten van Europa ontbreekt de soort. In Nederland komt de bosmuis voor in een groot aantal soorten leefgebieden, ook op de Waddeneilanden. In Zeeland Het kaartbeeld laat zien dat er in Zeeland eigenlijk geen plaatsen zijn waar de bosmuis niet voorkomt, ook buiten dijks. Uitzondering vormen de hoger gelegen delen in het Verdronken Land van Saeftinghe. Uit de kaart valt hooguit af te leiden dat zij in grotere aantallen voorkomen in de wat meer beboste delen van de provincie als de duinen dan in de open poldergebieden. De soort, die bekend staat als een snelle kolonisator, heeft bovendien niet alleen het eiland Neeltje Jans weten te bereiken, maar ook kans gezien om de eilanden in het Veerse Meer te kolonise ren. Het percentage bosmuizen in braakballen is redelijk constant rond tien procent. De verdeling van de soorten waarnemingen bestaat voor iets meer dan de helft uit braakballen; vangsten beslaan bijna 40 procent. Verder onderzoek Omdat deze soort eenvoudig met behulp van inloopval- len te vangen is en regelmatig gevonden wordt bij het uitpluizen van de braakballen van uilen, volstaat het om dergelijk onderzoek periodiek te herhalen. Verwacht mag worden dat de soort zich verder zal uitbreiden als gevolg van natuurontwikkelingsprojecten, de aanplant van nieu we bosgebieden en de inrichting van recreatiegebieden. braakbal 1 vangst 1fotoval o overige verdeling waarnemingen bosmuis (n=6230) c 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 145