van de vacht. Andere exemplaren zijn spreekwoordelijk
grijs, de buikzijde wat lichter. De ogen zijn wat kleiner
dan die van de bosmuis. De poten zijn rozerood. Huis
muizen hebben een kenmerkende "muffe" geur, voor
kenners biedt deze geur zelfs de mogelijkheid om de
soort te determineren.
Gedrag
Huismuizen zijn bij uitstek graaneters. Verondersteld
wordt dat ze vanuit het Midden-Oosten onze kant
opgetrokken zijn in het kielzog van de granenteelt. Ze
leven in kleine, tot tamelijk grote familieverbanden,
waarin een dominant, seksueel actief mannetje de lei
ding heeft. Naast meerdere volwassen vrouwtjes leven
in zo'n familiegroep ook subadulte dieren, waarvan de
mannetjes verjaagd worden zodra ze seksueel actief
worden. De dieren uit één nest herkennen elkaar aan de
geur en experimenteel is vastgesteld dat er moeiteloos
een nieuw groepslid kan worden geïntroduceerd, mits
deze maar overeenstemt met de nestgeur. De muizen
zetten geursporen uit met behulp van urine, maar ook
met kleine kliertjes tussen de tenen, die op de vaste
looppaadjes karakteristieke zwarte sporen achterlaten.
De scheiding tussen binnenshuis levende populaties
en die in het vrije veld is niet altijd even strikt. Bui
ten levende muizen proberen zich binnen te vestigen,
zodra het buiten te nat of te koud wordt. Het menu
van de huismuis bestaat in hoofdzaak uit granen. In het
vrije veld worden voorraden aangelegd van soms meer
dan 5 kilo. Naast granen worden ook regelmatig wor
tels, fruit en kleine ongewervelden gegeten, maar qua
hoeveelheid stelt dit weinig voor. Binnenshuis levende
muizen eten wat de pot schaft. Zo zijn er populaties
bekend die in koelhuizen uitsluitend dierlijk voedsel tot
zich namen, en bovendien leefden bij een gemiddelde
temperatuur van ver beneden het vriespunt. Wel een
bewijs van het enorme aanpassingsvermogen van deze
commensaal.
Verspreiding
Huismuizen komen voor in heel West-Europa. Ook el
ders in de wereld zijn ze op veel plaatsen gewoon, maar
veelal betreft dit andere ondersoorten dan de in Zeeland
voorkomende ondersoort met de officiële naam Mus
musculus domesticus.
In Zeeland
Huismuizen kunnen overal in Zeeland worden aan
getroffen waar bebouwing is. Soms leven ze ook ver
van de bebouwing en dan zijn de aanwezigheid van
open vegetaties en de beschikbaarheid van graszaden
(graan!) van belang. In moerassen en bosgebieden ko
men huismuizen niet voor. De trend van het percentage
huismuizen in braakballen vertoont - hoewel wat sprin
gerig - een afnemende tendens, met aanvankelijke per
centages rond de anderhalf procent en later rond een
half procent. De verdeling van de soorten waarnemin
gen beslaat voor bijna 80 procent uit braakballen, het
resterende gedeelte in hoofdzaak vangsten.
Verder onderzoek
Gezien de gemiddeld toegenomen hygiëne op boeren
erven en de eenvoudige mogelijkheden voor bestrijding
is te verwachten dat de soort in aantal is afgenomen.
Dit zou getoetst kunnen worden door oude braakbal-
analyses te vergelijken met analyses van recente datum.
Daarnaast is het ook interessant om te zien of de huis
muis in Zeeland ook buitenshuis de winterperiode op
grote schaal weet te overleven.
verdeling waarnemingen
huismuis (n=971)
braakbal
1 valvangst
o overige
Sb*
149