in de negentiger jaren toe te nemen. Er ontstonden
grotere populaties bij het Limburgse rivierengebied, de
Gelderse Poort, de monding van de IJssel, de Biesbosch
en langs het Haringvliet. Sinds 2002 is het Nederland
se beleid er op gericht de bestaande populaties uit te
roeien nu dat nog mogelijk lijkt. Dit beleid is gebaseerd
op de status als exoot en ingegeven door de schade die
gravende beverratten zouden kunnen veroorzaken aan
waterkeringen en de schade die ze aan geteelde gewas
sen veroorzaken. Inmiddels is het aantal beverratten
dan ook op veel plaatsen sterk afgenomen. In Duitsland
wordt de beverrat niet systematisch vervolgd, zodat van
daaruit nog steeds dieren naar Nederland komen.
In Zeeland
Uit Zeeland zijn er slechts een paar meldingen. Door
uitbreiding in het Noordelijke Deltagebied (Biesbosch,
Haringvliet) drong de soort via de Grevelingen door tot
aan de noordzijde van Schouwen. Op Goeree werden in
de periode 2000-2008 meerdere exemplaren door mus
kusrattenvangers gevangen en gezien en verder werden
in die periode op het aangrenzende deel van Overflak-
kee ook sporen gevonden. Op de zuidoostkant werden
verder nog een aantal exemplaren gezien. Daarnaast
vestigden zich beverratten op de eilanden en de oever
zone van de Krammer, waarbij ook het Zeeuwse deel
daarvan bij de Philipsdam werd bezet. In 2004 werden
er 51 beverratten in Zeeland gevangen, tegenover ruim
4000 stuks in heel Nederland. De laatste jaren gaat het
in Zeeland om slechts enkele vangsten. Het versprei
dingskaartje laat goed zien dat de beverrat in Zeeland
zich met een enkele uitzondering steeds vestigde aan de
rand van Schouwen in de onmiddellijke nabijheid van
zout water. Er zijn meldingen gedaan van deze soort
bij Oostburg, Zoutelande en Kleverskerke; uitgebreide
naspeuringen door de medewerkers van de Muskusrat-
tenbestrijding hebben in geen van die gevallen aanwij
zingen opgeleverd, die deze meldingen van beverratten
hebben kunnen bevestigen.
Toekomst
Gezien het huidige uitroeiingbeleid is er weinig kans
op nieuwe permanente vestigingen en opbouw van een
vaste populatie.
153