HERMELIJN
Mustela erminea
door Kees de Kraker
Enkele jaren nadat de noordse woel muis het eiland
bereikt had, verschenen na een koude winter waarin
de Grevelingen helemaal dichtvroor, ook hermelij
nen op de Hompelvoet. Dankzij de inmiddels talrijke
woelmuizen leefden de hermelijnen dat eerste jaar
in een luilekkerland.
Behalve muizen en ratten bleken vogels en hun eie
ren eveneens onderdeel van het menu. Wanneer de
vrouwtjes jongen te verzorgen hebben zijn ze ook
overdag actief. Dat was op de Hompelvoet mooi
waar te nemen. Een hermelijn die haar nest in een
berg maaisel had, rende vandaar steeds heen en
weer naar de kokmeeuwkolonie om eieren te halen.
Zelf was de hermelijn tijdens deze acties in de ruige
begroeiing niet te zien, maar een grote wolk kok
meeuwen volgde de hermelijn zodra ze het beestje
in de gaten kregen. Toen we deze 'hangwolken'zoals
wij die noemden, ook zagen bij de weidevogels als
grutto, scholekster en tureluur, wisten we hoe laat
het was.
Jonge hermelijnen verschenen voor de vensters van
de vogelwachterswoning waar ze nieuwsgierig naar
binnen blikten. Vaak klommen ze op het dak en je
kon ze 's nachts dan heen en weer horen rennen.
Met inloopvallen werden er een aantal gevangen en
Waarnemingen hermelijn 1989 - 2008.
verplaatst naar elders. Van veel invloed op de po
pulatie was dat niet, maar na een jaar of zes stierf
de hermelijn vanzelf uit, meteen gevolgd door een
explosieve uitbreiding van de bruine rat. Een paar
jaar later wisten nieuwe hermelijnen over het ijs
het eiland te bereiken en weer een populatie op te
bouwen die inmiddels al een jaar of dertien zonder
uitwisseling met dieren van elders, in stand is ge
bleven.
Uiterlijk en herkenning
Zoals bij alle marterachtigen is er een aanzienlijk ver
schil in grootte tussen het forsere mannetje en kleinere
vrouwtje - lichaamslengte resp. 24-29 cm en 21-26 cm.
In zomervacht lijkt de hermelijn sterk op de wezel met
rossig bruine bovenkant en witte buik. Hermelijnen zijn
duidelijk groter dan wezels, al is het verschil tussen een
wezelman en een kleine vrouw hermelijn gering. Het
belangrijkste kenmerk zit hem in de staart: de wezel
heeft een onopvallend kort staartje en de hermelijn
een wat langere met een duidelijk zwarte punt. Zoals
bekend was de hermelijn hofleverancier van konink
lijke bontkragen waarvoor de witte wintervacht werd
gebruikt. De zwarte staartpunten vormen hierin een
opvallend onderdeel. Aan het begin van de winter en
omstreeks eind maart kunnen hermelijnen zich verto
nen in een bont getekend overgangskleed met vuilwitte
en bruine delen.
De uitwerpselen hebben een vlechtstructuur en bevat
ten vaak (muizen)haren. Ze worden nogal eens op ver
hoogde plaatsen gedeponeerd als territoriummarkering.
Sporen zijn vooral te vinden in modderige terreindelen
langs struweelranden, oevers en op veepaadjes.
Gedrag
Hermelijnen zijn vooral nachtdieren, maar vrouw
tjes met jongen en de jonge dieren in de periode dat
ze zelfstandig worden, zijn regelmatig ook overdag
actief. Hoewel dekking in de vorm van houtwallen,
struweelranden, rietkragen, slootkanten, stortstenen
en beschutte oevers graag gebruikt wordt om zich te
verplaatsen, wagen hermelijnen zich ook ver in de open
vlakten van weilanden opjacht naar voedsel als muizen,
(woel)ratten, vogels en hun eieren. Van de drie meer
algemene marterachtigen: bunzing, hermelijn en wezel,
is de hermelijn de beste klimmer en zwemmer. Op de
Hompelvoet werden soms uitwerpselen gevonden die
naar vis roken, wellicht eten ze soms ook vis of schaal
dieren. Naast de genoemde prooien vormt het konijn
een welkome aanvulling op de menulijst.
Vaak gebruikte schuilplaatsen, een hol, onder hout
of stenen zijn meestal gevuld met wat hooi, veren en
Zoogdieren in ZeeCand 161