■Km
m; i#..
tm
rsasïl
rft Ji*
I
JM|
r?r
p a,
Jfj
Hermelijnen springend, spelend...
prooirestanten. Mannetjes hebben een groter territo
rium dan vrouwtjes en in een nacht kunnen ze flinke
afstanden afleggen. Territoria worden gemarkeerd door
het afzetten van geurmerken. Mogelijk is het door deze
muskusachtige geur dat hermelijnen een opvallende in
teresse voor rubberachtige stoffen aan de dag leggen.
Het volgen van de laarzengeur van weidevogelbescher
mers door de hermelijn zou wel eens negatief kunnen
uitwerken op de doelstelling van deze lieden.
De hermelijn heeft een uitgestelde draagtijd. Na de be
vruchting in het voorjaar komt de ontwikkeling van het
embryo pas na een periode van acht tot tien maanden
op gang en worden na circa elf weken de jongen ge
boren.
Voorkomen
Hermelijnen komen over een groot deel van het noor
delijk halfrond voor. Ze ontbreken alleen op Groenland
en IJsland. In Nederland is de hermelijn in vrijwel het
hele land aan te treffen, al is de soort in grootscha
lige akkerbouw- en bosgebieden dun gezaaid. Ook
ontbreekt de hermelijn op de meeste Waddeneilanden.
Enige tientallen jaren na het uitzetten van hermelijnen
op Terschelling (1931) ter bestrijding van woelratten,
was de soort hier waarschijnlijk weer uitgestorven. Op
Schiermonnikoog werd de hermelijn slechts gedurende
enkele jaren waargenomen. Wellicht dat het ontbreken
van stapelvoedsel (woelmuizen) op deze Waddeneilan
den daarmee te maken had.
In de duinen zou de stand sterk afgenomen zijn door de
komst van vossen door concurrentie op het konijn; ook
pakken vossen wel eens hermelijnen.
In Zeeland
Hermelijnen belanden hoogst zelden in een inloop-
val zoals die bij het onderzoek naar kleine zoogdieren
wordt gebruikt en er zijn ook geen resten van te vin
den in braakballen. Hoewel soms overdag actief, zijn
zichtwaarnemingen van deze nachtdieren schaars. De
meeste waarnemingen zijn dan ook afkomstig van ver-
keerslachtoffers.
Evenals bij de bunzing lijkt de hermelijn volgens het
kaartbeeld vooral in Oost Zeeuws-Vlaanderen voor te
komen. Hoewel daarbij door inventarisatie-inspanning
en publieksmeldingen van vertekening sprake is, is het
aannemelijk dat de soort hier inderdaad wat meer te
vinden is. Het minder grootschalige landschap met dij
ken, struwelen en de vele kreekresten zal daarvoor de
162 Fauna Zeelancfica