Bunzing de toekomstige dikkopjes vormen de hagel van dit schot. Overigens kan het sterrenschot ook afkomstig zijn van andere liefhebbers van kikkers als blauwe rei ger, buizerd of Amerikaanse nerts. Gedrag De bunzing is bij uitstek een dier dat gedijt in een kleinschalig landschap met een afwisseling aan wei den, akkers, bosjes, houtwallen, sloten, drinkputten en niet al te keurige erven en gebouwen. Doorzijn biotoopkeuze en winterse verblijfplaats komt de bunzing veel dichter bij de mens dan wezel of her melijn. Conflicten zijn daarbij soms onvermijdelijk en de afgelopen eeuwen is de bunzing om die reden fel vervolgd, vooral vanwege de ongewenste belangstel ling voor de pluimveestapel. Het voornaamste voedsel bestaat uit muizen, ratten en konijnen, verder mollen, kikkers, eieren, vogels en ook reeds dode dieren. Van maart tot juni is de rans- of roltijd, de tijd dat de mannetjes op pad gaan om te paren. Door de toege nomen activiteit om een geschikte partner te vinden, worden veel wegen overgestoken. Daarbij blijken er met name in april veel verkeerslachtoffers te vallen. Ook later in de herfst wanneer de jonge dieren een eigen plekje moeten zoeken, is er weer zo'n periode met veel slachtoffers. Bunzings hebben buiten de mens weinig vijanden. Wanneer een dier ze te na komt hebben ze een bij zondere verdedigingsmethode: de anaalklieren waar mee normaal geurvlaggen voor territorium markering worden afgezet, kunnen in geval van gevaar ook in één keer geleegd worden, zodat de bedreiger met een stinkende vloeistof bespoten wordt. De bunzing is zo Nederlands eigen stinkdier! Verspreiding De bunzing komt alleen in Europa voor, maar minder noordelijk dan de hermelijn (tot in Zuid-Scandinavië) en iets zuidelijker. Deze soort ontbreekt in Ierland. In Nederland is het vanouds een algemene soort die in het hele land voorkwam, behalve op de Waddenei landen. Het landschap is er de laatste halve eeuw niet aan trekkelijker op geworden voor een dier dat kleinscha ligheid hoog in het vaandel heeft staan. Toch blijkt het nog lastig om een duidelijke trend in het popula tieverloop van de bunzing in Nederland te ontdekken was de conclusie van de Zoogdiervereniging, na het verwerken van de gegevens uit 2008, dat tot het jaar van de bunzing was uitgeroepen. bunzing (n=633) verkeer zicht o overige Zoogdieren in Zeefand 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 173