BOOMMARTER Mart es mart es door Jan Piet Bekker 'Bliep... bliep...bliep...', met mijn vriend Dick liep ik met een zoekantenne over de zuidrand van de Veluwe, op zoek naar een gezenderde boommarter. V\/e hadden al eerder gezocht en toen leverde het gezoek wel een verblijfslocatie op, een konijnenhol, maar we kregen Min20 niet te zien. De naam Min20 had deze marter gekregen omdat hij tijdens een bitterkoude winter nacht was gevangen in een elektronisch bewaakte inloopval. Nadat hij van een zenderhalsband was voorzien werd hij weer losgelaten. Met behulp van de richtantenne werd hij nu weer gevolgd. 'Hij moet vlak bij zijn', fluisterde Dick en hij draaide constant de an tenne terwijl het bliepsignaal steeds sterker doorklonk. We liepen langs een dichten donker sparrenbos. 'Daar zit hij vast in'zei Dick en hij begon zich tussen de dich te sparrentakken te dringen. Ik volgde. Het geluid werd weer zachter toen we aan de andere kant van het bos kwamen. Langzaam slalom mend, gingen we tussen de rijen verder tot het onheilspellend hard begon te klin ken. 'Verder zoeken op het zicht', stelde Dick voor en we speurden de boomtoppen af. En daar een grote, dichte bol. Toen we de verrekijker erop richtten, zagen we een Uiterlijk en herkenning De dooiergele, ongevorkte bef, is wel het bekendste kenmerk van een boommarter, maar gaat niet altijd op. Ook maakt de onderzijde van de voeten wel eens een behaarde indruk. Dat komt omdat de haren tussen de voetkussens vaak langer zijn dan bij een steenmarter. Maar als een boommarter zich meer op een steenach tige of rotsachtige ondergrond begeeft, in plaats van op een bosachtige omgeving met een zachtere ondergrond, dan slijten ook daar de haren op de voetzolen weg. De dikke, volle staart en de spitse oren zijn wel meestal aanwezig. Het meest betrouwbare en onderscheidende kenmerk ten opzichte van de steenmarter, is de donkere ondervacht (zie ook de beschrijving van de steenmar ter). Volwassen mannetjes zijn met een lichaamslengte van 48-53 cm onderscheidend langer dan vrouwtjes met 40-45 cm. De staartlengte van volwassen die ren van 25-28 cm voor mannetjes en 23-26 cm voor vrouwtjes, vertoont wel een overlap. Het gewicht van volwassen mannetjes overlapt meteen range van 1200- 1900 gram, net die van vrouwtjes: 850-1300 gram. Gedrag Boommarters bewonen meestal beboste gebieden, maar ook uitgestrekte rietlanden vormen een geschikt Waarnemingen boom marter 1989 - 2008. boom marter: Min20. Even richtte hij zijn kop op waar bij de oren goed afstaken tegen een plukje lichte lucht. Verder een dichte vacht met opvallend lange haren en een bijna paarsige gloed: wat een pracht dier! En wat die vacht betreft, die kon wel een temperatuur van - 30o Celsius aan! biotoop. Als dagrustplaats en ook nest voor de jongen wordt eigenlijk altijd een boomholte gekozen. De ope ning moet groot genoeg zijn voor het moederdier, bij voorbeeld een nestholte van een zwarte specht in een beuk. Boommarters zijn vooral 's nachts actief; ze ver plaatsen zich dan zowel door de boomkruinen om sla pende vogels te verrassen of over de bosgrond op zoek naar vaak aanwezige bosmuizen of rosse woelmuizen. Ook deze martersoort eet in het geschikte jaargetijde veel vruchten (kersen en pruimen). Keutels worden vaak op karakteristieke wijze in de oksel van een dikke tak gedeponeerd. Een ander opmerkelijk spoor zijn de na- gelkrassen op de schors van gladde stammen, zoals de beuk. Verspreiding De boommarter is verspreid over Europa tot in centraal Azië; in zuid Spanje en het zuidelijke gedeelte van Groot Brittannië ontbreekt de soort. Op de Veluwe, maar ook verder in het oosten van ons land is de boommarter ge regeld aanwezig. De soort lijkt zich sinds enkele decen nia ook hier en daar in het westen van Nederland te vestigen. In Vlaanderen is enkele malen een boommar ter gesignaleerd in het Heidebos, juist ten zuidwesten van Koewacht. 172 Fauna Zeefancfica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 176