STEENMARTER Mart es foina door Jan Piet Bekker 174 Fauna Zeefandica Steenmarters, wat heb ik achter deze dieren aangesjokt om ze goed op mijn netvlies te krijgen! De eerste keer dat ik een glimp van dit snelle roofdier kon zien, was in Nij megen, waar een populatie verstedelijkte steenmarters leeft. Later kwam ik hem samen met andere vleermuis tellers op het spoor in de mergelgroeven van Zuid-Lim burg. In de verstilde duisternis onder de grond vonden we geregeld een primitief leger van wat vermolmd hout op de grond in een hoekje van een doodlopende gang. Er om heen had de steenmarter zijn rustplaats uitgebreid gemarkeerd met keutels in alle stadia van ontbinding. Op plaatsen waar veel vleermuizen hingen zaten zelfs de krabsporen in de mergelwanden, als stille getuigen van de pogingen een enkele laaghangende vleermuis te pakken te krijgen. En het bleef zeker niet bij één poging, zoals uit analyse van de martermest bleek... Eén keer had ik geluk: in een tien meter diepe nis, waar de vloer van het laatste gedeelte zo'n anderhalve meter hoger was, zat in een hoekje een steenmarter op zijn nest. Hij keek een beetje onwennig naar de lamp die hem 6e- Uiteriijk en herkenning Het klassieke kenmerk van een steenmarter, de witte en gevorkte bef bij een katachtig dier met een dik ke staart, voldoet aardig in Zeeland, maar voor het onderscheid met de boommarter is dat toch onvol doende. Want de meeste boommarters hebben een dooiergele, ongevorkte bef, maar dat is niet altijd het geval. En om het nog ingewikkelder te maken: steen marters klimmen wel eens in bomen en boommarters klimmen ook wel eens tegen stenen muren op. Voor het echte onderscheid moetje ook kunnen zien dat bij de steenmarter de neuspunt bleek roze is, de oren niet zo spits en vooral dat de ondervacht wit is. De boommarter heeft spitse oren, een donkere neuspunt en een donkere ondervacht. Met een kopromplengte van 37 tot 52 cm doet de steenmarter maar weinig onder voor de gemiddeld iets grotere boommarter; de staart voegt er nog zo'n 25 cm aan toe. Gedrag Steenmarters zijn wat het voedsel betreft echte op portunisten: jonge vogels en eieren in het voorjaar en de zomer, kleine knaagdieren in de zomer en najaar en dan vooral ook fruit, veel fruit: in de keutels zijn dan ook heel regelmatig kersen- of pruimenpitten te vinden. Daarnaast pakt hij alles wat maar enigszins eetbaar lijkt. Daarvan getuigen tenminste in keutels Waarnemingen steenmarter989 - 2008 (rood) en voor 1989 (zwart). scheen: de kop opgericht en met de achterpoten onder zich de heupen opdrukkend: klaar om weg te springen. Ik kreeg sterk de neiging dit bolletje wol te strelen: dat heb ik toch maar niet gedaan. resten zilverpapier (chocolade!) tot glasscherven aan toe. Of ze foerageren modern in de stad: een halflege patatzak is daar tenslotte al snel gescoord. Steenmar ters hebben zich in de loop van de laatste vijftig jaar verder aangepast aan de menselijke bewoning. Deze verandering in gedrag brengt onverwachte complica ties met zich mee. Hoewel een verlaten boerenschuur of een stille zolder ergens op het platte land al lang in gebruik is, bewonen steenmarters tegenwoordig ook zolders in villawijken. De bewoners zijn niet altijd ge steld op de vooral nachtelijke activiteiten van hun on genode medebewoners. Steenmarters kruipen graag onder de vaak nog warme motorkap, mogelijk aan getrokken door de onweerstaanbare geur van rubber. Om het rubber te testen op onduidelijke kwaliteiten, gebruiken steenmarters hun kiezen. Inmiddels heeft menig autobezitter de gevolgen van kapot gekauwde rubberkabels moeten ervaren. Verspreiding De steenmarter komt verspreid over Europa tot in centraal Azië voor, met uitzondering van Groot-Brit- tannië, Ierland en Scandinavië. Het leefgebied strekt zich uit van laaggelegen streken op zeeniveau tot 3500 meter hoogte in de bergen. Tijdens de laatste decennia van de twintigste eeuw is er een toename geweest van de steenmarter in Oost-Nederland. Ook

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 178