BAARDROB door André Hannewijk m.m.v. Luciën Calle Erignathus barbatus Zoogdieren in Zeefand 189 Schedel baardrob. Op dinsdag 28 juni 1988 ging ik samen met Hans Francke richting de haven. Er was een melding bin nengekomen van een zeehond, liggend op de steiger waar het onderzoekschip, de 'Jan Verwey' afgemeerd lag. Bij aankomst lag er inderdaad een wat logge zee hond op de steiger met opvallend hangende snorha ren. Het beest was niet direct van plan de steiger af te rollen. Omdat Hans van mening was dat dit niet een gewone of grijze zeehond betrof, besloot hij terug te rijden naar het Instituut om een camera te halen. Bij terugkomst bleek de zeehond nog steeds aanwezig en kon Hans een serie foto's van het dier maken. Een soortnaam durfden we niet direct aan het dier te ge ven. Wat later hoorden we dat het een baardrob be trof. Volgens omstanders zwom deze rob al vanaf het weekend in de haven rond. De rob werd op dezelfde dag door de veldpolitie gevangen en overgebracht naar Pieterburen. Zelfwas ik me op dat moment niet bewust van de zeld- Waarnemingen baardrob alleen voor 1989 (zwart). zaamheid van de waarneming. Ik had in die tijd nog zelden een zeehond gezien en zou al blij geweest zijn als het een gewone zeehond was geweest! In Zeeland De enige Nederlandse vondst be treft het vrouwtje dat in 1988 in Yerseke is gezien en vervolgens werd gevangen. Gedrag en verspreiding De baardrob heeft een solitaire levenswijze. In de paar- en ruitijd worden wel groepen gevormd. Jonge dieren eten vooral garnalen, krabben en kleine vissoor ten als lodde. Volwassen dieren eten vooral mossels. Het is een circumpolair dier dat zuidelijk nog net tot op de noordkust van Scandinavië komt. De baardrob rust vaak op drijvende ijsschotsen of het niet aaneen gesloten ijs waar hier en daar nog gaten zijn. Ze zijn niet in staat om ademgaten in het dikke pakijs open te houden. De soort wordt vooral aangetroffen in gebieden langs de kust of in fjor den met een diepte van 25 tot 50 meter. Dwaalgasten komen zelden in de Noordzee voor. Eenmaal is er zelfs een in Portugal waargeno men. Uiterlijk en herkenning Een volwassen baardrob is altijd aan de lange hangen de en lichtgekleurde snorharen te herkennen. Volwas sen dieren hebben een dik lijf met een lichaamslengte van 225-235 cm met een opvallend kleine kop en korte voorpoten, die een vierkante indruk maken. De kleur van volwassen dieren is variabel, maar ze zijn nooit gevlekt. Pasgeboren dieren hebben geelwitte vlekken op de snuit en de kop.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 193