RINGELROB Pusa hispida door Jan Piet Bekker Afgelopen zomer was het zover, mijn vrouw en ik koch ten een Klepper, een opvouwbare kajak. Dromen over verre en barre tochten met deze Klepper hebben we al lebei. Maar, tussen droom en daad... Toen las ik een verhaal hoe Niko Tinbergen zijn huwe lijksreis doorbracht op Groenland. In 1932/1933 ver bleef het jonge paar rond een Eskimonederzetting. Ze verkenden de ruige fjorden kust met een Klepper vouw- kano. A/at een herkenning! Ze trokken met rugzak en geweer door de bergen. Gedurende deze expeditie be studeerden de Tinbergens vogels maar ook verzamel den zij Eskimovoorwerpen en vooral naturalia. Toen ik in de opslagruimte van Naturalis (de 'Toren') de verzamelde zeehondenschedels doornam, stuitte ik op enkele schedels van ringelrobben. Met potlood stond erop geschreven: 'Coll. Tinbergen - Oct. 1933'. Zouden zij het overlevingsvoedsel voor het jonge echtpaar zijn geweest Waarnemingen ringelrob 1989 - 20081rooden voor 1989 (zwart). Uiterlijk en herkenning De ringelrob is met voor volwassen exemplaren een to tale lengte tot 150 cm, verreweg de kleinste zeehor- densoort, en ook het gewicht tot 100 kg is bescheiden. De soort lijkt erg veel op de gewone zeehond. Het dier is compact gebouwd met een kleine kop - als een kat - met een korte snuit en nek. De rug is bedekt met ring vormige vlekken. Gedrag en verspreiding De ringelrob leeft solitair en alleen in de paartijd groepsgewijs. Het voedsel bestaat voornamelijk uit schaaldieren en vissoorten als Arctische kabeljauw. In de zomer trekken de dieren weg en ondernemen dan lange tochten. Laat in de herfst trekken de ringelrobben weer naar het noorden en verspreiden de dieren zich langs de poolijsgebieden. Daar leven ze bij een of meer ademgaten die door het vele gebruik open blijven. Van maart tot april werpt het vrouwtje haar jong bij zo'n ademgat dat inmiddels door een dikke sneeuwlaag is bedekt. Het jong wordt vijf tot zeven weken gezoogd. Het zijn vooral ijsberen die grote aantallen pups weten te bemachtigen. Dwaalgasten komen in de nazomer soms voor tot het Iberisch schiereiland; het zijn meest jonge dieren. Er komen soms ook ringelrobben aan de Nederlandse kust. In Zeeland Er zijn in Zeeland acht waarnemingen van deze soort bekend. In 1972 werd zowel bij Breskens als bij Rilland Bath een ringelrob gezien. Op de Oosterschelde werden in 1977 en 1985 exemplaren gezien bij respectieve lijk Zierikzee en ter hoogte van de Bergsediepsluis. In de Westerschelde werd er in 1985 één opgemerkt bij Terneuzen. In de atlasperiode werd in maart 1993 een exemplaar dood gevonden bij Zoutelande. In 1994 wist ook in de Grevelingen een exemplaar door te dringen. Tenslotte werd in 2007 - weer in Zoutelande - een jong dier gevangen. Ringelrob. 190 Fauna Zeefandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 194