GEWONE DOEE1JN
Delphinus delphis
door Luciën Calle
Daar sta je dan op de dijk bij Hoedekenskerke, op een
koude decemberdag in 2001. In de verte drijft op de
Westerschelde een boei. Daar vlak in de buurt zwemt
een dolfijn rond die zich af en toe even laat zien. Ken
ners hebben het dier als een gewone dolfijn gedeter
mineerd en dat is, in tegenstelling wat de naam doet
vermoeden, heel bijzonder, want het is een zeldzame
soort in deze streek. De afstand is groot en eigenlijk
heb je een boot nodig. Af en toe springt het dier even
op uit het water. Door de grote afstand is geen enkel
kenmerk goed te zien. Waarschijnlijk is het daardoor
dat er niemand komt kijken hier op de zeedijk. Pas
veel later, in april 2003 wordt in Saeftinghe het dier
dood gevonden. Het blijkt een pseudo-hermafrodiet
te zijn. Dat betekent dat het dier de uitwendige ge
slachtsorganen van het ene geslacht, en inwendige
van het andere geslacht heeft. Naast de afwijkende
Uiterlijk en herkenning
De gewone dolfijn is een soort met lange snuit en een li
chaamslengte van 180-250 cm; mannetjes zijn gemiddeld
15 cm langer dan vrouwtjes. De rugvin is hoog en sikkel
vormig. De rug is donker, de buik licht gekleurd. De flank
heeft een kenmerkende tekening: een zandlopervormig
vlekkenpatroon, waarbij de voorste vlek veel lichter geel
gekleurd is dan de achterste.
Gedrag
Deze soort leeft meestal in grote groepen. Het dier heeft
o
tr
2
b
Waarnemingen gewone dolfijn 1989 - 2008 (rood) en voor 1989 (zwart).
lichaamsbouw had dit dier ook een afwijkend gedrag.
een onstuimig gedrag, maakt zowel horizontale als acro
batische sprongen en zwemt mee in de boeggolf van
schepen. Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit steenbolk,
horsmakreel, blauwe wijting, heek, sardien en ansjovis;
soms ook wel inktvis.
Verspreiding
De gewone dolfijn heeft een mondiale verspreiding en leeft
in tropische en gematigde wateren van tenminste 10 gra
den Celsius. De soort komt sporadisch ook in de Noordzee
voor en wordt algemener in zuidelijke richting. Het aantal
strandingen aan de Nederlandse kust is beperkt van om
vang. In de jaren 1941 tot 1950 was er een piek in het
aantal strandingen. Vanaf 1950 is de soort in de Noordzee
echter veel minder algemeen geworden, dit wordt vooral
in verband gebracht met klimaatverandering.
In Zeeland
Er zijn in Zeeland 15 strandingen bekend van de gewone
dolfijn; hiervan waren er 2 in deze atlasperiode. Behal
ve die ene merkwaardige pseudo-hermafrodiet die zich
vooral in het oostelijk deel van de Westerschelde ophield,
bleken de strandingen van de overige dieren, op één na,
steeds dicht bij de Noordzeekust. Van het exemplaar dat in
1986 in de Westerschelde werd gevonden, kon geen exac
te locatie worden gevonden. Ook in Zeeland is deze soort
veel zeldzamer geworden. Na 1950 zijn er van vier dieren
strandingen geweest; in de 50 jaar daarvoor elf exempla
ren. Het aantal overige waarnemingen is vertekend door
de meldingen van het exemplaar dat werd beschreven in
de intro.
212 Fauna Zeefandica