Pluim pot op Tholen.
verdragen. De vraag is nu of deze zaken ook opgaan voor
zoogdieren. Een paar zoogdieren zijn sterk gebonden aan
water, zoals de waterspitsmuis, daarvoor kan de versnippe
ring van het waterlopenstelsel nadelige gevolgen hebben.
Dit is echter nooit goed onderzocht. De waterlopen zelf
zorgen als barrière weer voor een grote mate van versnip
pering van het leefgebied van veel andere zoogdiersoorten.
Zo kunnen waterlopen van vijf meter breed (als er geen
dammen of bruggen in de buurt zijn) al een barrière vormen
voor de overige spitsmuizen en soorten als ondergrondse
woelmuis, zwarte rat, huismuis en eikelmuis. Brede kana
len, bijvoorbeeld het kanaal door Walcheren, zijn voor deze
soorten vrijwel onneembaar, terwijl ook andere soorten dan
in de problemen komen.
Het doel waarvoor waterlopen worden aangelegd is het zo
snel mogelijk kunnen afvoeren van het overtollige water
naar de gemalen of spuisluizen. Ook dienen ze een be
paalde hoeveelheid neerslag te kunnen bergen om het on
derlopen van landerijen bij hevige regenval te voorkomen.
Om zo weinig mogelijk grond in beslag te nemen werden
de sloten gedurende het grootste deel van de twintigste
eeuw zo smal mogelijk en met steile oevers aangelegd. Om
het water snel te kunnen afvoeren mocht er geen strem
mende plantengroei aanwezig zijn. Hiertoe werden vrijwel
alle waterlopen jaarlijks voor de winter gemaaid. Vaak
werden de oevers, soms al bij de aanleg, maar meestal na
afkalving van de oever, voorzien van houten schotten of
doek om de afkalving tegen te gaan. Dit wordt betuining
of beschoeiing genoemd. De jaarlijks gemaaide waterlopen
met steile oevers, zeker die met beschoeiing, waar dus geen
oeverzone aanwezig is, bieden nauwelijks ruimte als leef
gebied. De beschoeiing maakt het dieren, die te water zijn
geraakt daarbij nog nagenoeg onmogelijk om uit het water
te klimmen. Voor dit laatste zijn op een paar plaatsen ove
rigens wel loopplankjes aangebracht, maar lang niet overal.
Vanaf de jaren 90 worden er steeds meer natuurvriendelijke
oevers aangelegd met een flauwe helling en mogelijkhe
den voor een brede rietzone. Ook de andere nieuwe oevers
worden tegenwoordig in Zeeland standaard met flauwer
talud aangelegd. Verder wordt er tegenwoordig alleen nog
gemaaid als dat voor de waterafvoer strikt nodig is. Dat is
bij veel van de bredere waterlopen niet het geval, zodat
tegenwoordig aanzienlijk minder wordt gemaaid.
Natte verbindingszones
Waterlopen en hun oevers vormen een leefgebied op zich
voor veel organismen, maar kunnen ook als migratieroute
tussen populaties in andere leefgebieden dienen. Dit is
de reden, dat provincie en waterschap natte ecologische
verbindingszones aanleggen. Deze bestaan doorgaans uit
natuurvriendelijk ingerichte oevers langs waterlopen. Waar
deze waterlopen drukke wegen kruisen kan de migratie
echter in gevaar komen. De kruisingen bestaan meestal
uit duikers in het water. Dieren die niet graag het water
ingaan, worden gedwongen de weg over te steken. Dit
kan leiden tot verkeersslachtoffers. Tegenwoordig wordt
daarom faunapassages aangelegd. Zo worden er droge
duikers onder de weg gelegd of worden duikers voorzien
van looprichels. De dieren worden naar deze faunapassages
toegeleid, zodat ze er daadwerkelijk gebruik van kunnen
maken. De meeste faunapassages zijn de afgelopen jaren
Zoogdieren in Zeeland 17