100 meter diepte. In het oostelijk gebied, rondom IJsland, Groot Brittannië en Ierland tot aan de punt van Bretagne is deze soort een vrij algemene verschijning. Het dier is in de zuidelijke Noordzee minder algemeen dan in de noorde lijke. De aanwezigheid van de soort in de zuidelijke Noord zee heeft een invasief karakter: perioden van langdurige afwezigheid wisselen frequente zichtwaarnemingen op zee af. De witsnuitdolfijn wordt beschouwd als resident in de Nederlandse wateren; de jaarlijkse strandingen van dode dieren onderstrepen dit nog eens (zie bijgaande figuur). In Zeeland Witsnuitdolfijnen mijden normaal gesproken de ondiepe kustwateren. Meestal zwemmen ze tenminste een aantal kilometers uit de kust. Er zijn 25 strandingen in Zeeland bekend, inclusief de 5 strandingen van voor deze atlasperi ode. Een exemplaar strandde levend op 17 maart 1994 bij de Punt (Westenschouwen); het betrof een vrouwtje dat in het Dolfinarium te Harderwijk werd gerevalideerd en op 15 augustus in goede toestand kon worden teruggezet. Het valt op dat de meeste strandingen voorkwamen in de westelijke helft, langs de randen van de Noordzee. Slechts zelden zwemmen de dieren wat meer stroomopwaarts, zo als bij Ouwerkerk (1980), bij het Verdonken land van Saef- tinghe (1993), bij de Braakmanhaven (1998) of bij Hoek (2001). Het aantal zichtwaarnemingen binnen Zeeland van witsnuitdolfijnen is beperkt: een maal van de Oosterschel- de (6 exemplaren bij de Plompe Toren, Schouwen) en een keer van de Westerschelde. Gestrande witsnuit dolfijn. Zooqdicrcn in Zeeland 217

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 221