Bruinvis. mene soort. Daarna raakte de soort hier in de problemen en de aantallen namen schrikbarend snel af. In de jaren zestig was de soort in Nederland - net zoals in België en in het Duitse Waddengebied - praktisch uitgestorven. De oorzaak van de snelle afname is onbekend. Vanaf 1985 trad er een herstel op. Eerst alleen volwassen dieren in de midwinterperiode, daarna ook moeders met jonge dieren en ook meer jaarrond. De toename is zo snel gegaan dat deze onmogelijk alleen het gevolg kan zijn van voortplanting binnen de groeiende populatie. Veel dieren moeten dus van elders hierheen zijn gekomen. Bijgaande figuur laat in deze atlasperiode de aantallen strandingen langs de kust zien in Zeeland en voor de rest van Nederland. In 2006 is er een maximum van 93 gestrande exemplaren aan de Zeeuwse kust en voor de rest van Nederland 442. De aantallen dalen daarna in Zeeland minder scherp dan in de rest van Neder land. De oorzaak van de toename is nog steeds niet hele maal duidelijk. Deze is in verband gebracht met de gelijk tijdige afname van de bruinvis in de Noordelijke Noordzee, waarschijnlijk door voedselgebrek. De dramatische afname van de zandspieringsoorten in de noordelijke Noordzee ligt hier mogelijk aan ten grondslag. Het is dus zeker niet zo dat er een algeheel herstel is van de bruinvispopulatie in de Noordzee en zijn kustwateren en er loeren nog steeds erg veel gevaren. Tientallen dieren verdrinken jaarlijks in visnetten; deze exemplaren vertonen dan de onmiskenbare sporen van netafdrukken in de huid als ze later aanspoelen; soms zijn daarbij kop of rugvin afgesneden. Maar ook overbevissing, watervervuiling en de steeds drukkere scheepvaart maakt het de dieren niet gemakkelijk. In Zeeland In Zeeland komt deze kleine dolfijn in alle grote wateren voor, De Grevelingen, Ooster- en Westerschelde. In de Wes- terschelde zijn er waarnemingen en strandingen tot voorbij Antwerpen. Er zijn ook veel meldingen van de Walcherse Noorzeekust. Merkwaardig genoeg is in tegenstelling tot het Nederlandse beeld, in Zeeland de bruinvis jaarrond even frequent aanwezig. Bruinvissen observeren In 2009, net na de atlasperiode, zijn in de Oosterschelde bij een telling 39 bruinvissen. Goede plaatsen daarvoor zijn het al eerder genoemde Havenhoofd bij Zierikzee, Neeltje Jans en de haven van Burghsluis. Ook aan de Noordkust van Schouwen Duiveland zijn er veel waarnemingen gedaan. Bij de vogeltrektelposten in Breskens en Westkapelle zijn er periodes dat er vrijwel dagelijks een of meerdere bruinvis sen gezien worden. Suggestie: Hoewel het net na de atlasperiode was, zijn in 2009 in de Oosterschelde bij een telling 39? dieren waar genomen. Het is een bruikbare indicatie van zijn talrijkheid. bruinvis (n=522J stranding Zoogdieren in Zeeland 225

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 229