Kop spitssnuitdolfijn.
aan. Langs de randen van de continentale plaat is de dichtheid
van deze soort wat groter, bijvoorbeeld in de diepe gedeel
ten van de Golf van Biskaje. Een groot deel van de dieren die
op de Noordzee terecht zijn gekomen, betroffen zwangere
vrouwtjes, het merendeel in de zomer. Wereldwijd waren er
tot en met 1995 83 strandingen bekend van gewone spits-
snuitdolfijnen; hiervan waren er 77 aan Europese kusten en 6
in Noord-Amerika. In Nederland zijn er inmiddels 15 geregis
treerd, waarvan 5 in Zeeland.
In Zeeland
Ook in Zeeland zijn er meer strandingen van vrouwtjes
dan mannetjes. Het vrouwtje dat in september 1896 in St.
Maartensdijk strandde, was zwanger. Kort voor haar dood
baarde ze een jong. Op 14 september 1932 strandde ook
een vrouwtje bij Hoedekenskerke. Tussen 1940 en 1945
raakte een gewone spitssnuitdolfijn in hetVeerse Gat aan
de kust; door de oorlogsjaren is de precieze datum niet te
achterhalen; ook het geslacht bleef onbekend.
Het enige mannetje van deze soort strandde in Zeeland bij
Zoutelande op 20 september 1949. Op 5 augustus 1992,
de enige stranding in deze atlasperiode, was die van een
vrouwtje bij Borssele.
Spitssnuitdolfijn, gestrand bij de Kaloot.
Zoogdieren in Zeeland 233