h
1
1 1 1 1
m
1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007
bekendste sporen zijn prenten in een loopspoor (bruine rat),
vraatresten aan plantendelen (woelrat), prooiresten (vos), keu
tels (egel) en bewoningssporen (konijn). Van sommige zoog
diersoorten zijn ook nog specifieke bijzonderheden te herken
nen zoals geveegde boompjes (ree) of krabsporen aan bomen
(boommarter).
Braakballen
Het bestuderen van braakballen kan worden opgevat als het
vaststellen van de prooidierkeuze of het dieet van de roofvo
gel of uilensoort in kwestie. Het uitpluizen van braakballen
levert aan de andere kant bijzonder veel informatie over de
aanwezigheid van kleine zoogdieren in het jachtgebied van de
desbetreffende vogel. Vooral de prooiresten van de kerkuil ge
ven niet alleen informatie over woelmuizen en ware muizen,
maar ook over spitsmuizen. Deze laatste soortengroep wordt
door veel andere predatoren vermeden. De kerkuil met ruim
80.000 prooidieren verreweg de grootste leverancier was in
deze atlasperiode; de ransuil was met ruim 5.500 de tweede
in de rij. Van de overige soorten als torenvalk en velduil wer
den slechts enkele tientallen prooidieren vastgesteld. Van de
niet nader benoemde groep roofvogels vormde de buizerd de
belangrijkste soort. Door de jaren heen is het aantal geplo
zen prooidieren uit een bepaald jaar niet gelijk. Na een start
met een beperkt aantal partijen geraapt in 1989, bleek het
pas mogelijk om van af 1993 een min of meer vaste stroom
van geraapte braakbalpartijen per jaar te verkrijgen en uit te
pluizen ten behoeve van dit atlasproject. Na een geleidelijke
toename tot 2001, zijn er nadien in Zeeland zo'n 5000 zoog
dierprooidieren per jaar geplozen.
De braakballen zijn verkregen via de regionale leden van de
Kerkuilwerkgroep in Zeeland. Het aantal pluizers is betrekkelijk
gering: enkele leden van Natuurvereniging 't Duumpje in het
Westen van Zeeuws-Vlaanderen pluist al jaren met een vaste
regelmaat. Ook wordt tijdens kampjes van de Zoogdierwerk
groep Zeeland geplozen als er materiaal uit de omgeving voor
handen is en een enkel lid pluist braakballen uit zijn directe
omgeving of van een bepaalde locatie. Verder organiseert de
jeugdgroep van de Natuurvereniging De Steltkluut geregeld
pluisdagen. De overige braakballen zijn geplozen door de
eerstgenoemde auteur.
In alle regio's zijn braakballen verzameld; toch is de verdeling
van de locaties niet helemaal gelijkmatig. In Noord-Beveland
zijn betrekkelijk weinig locaties met braakballen. Voor de ove
rige regio's zijn de locaties beperkt rondom Zierikzee, Philips-
land en het oosten van Zuid-Beveland. Het enige uurhok waar
geen braakbalgegevens van zijn, is dat bij de stad Tholen. Op
soortniveau geldt dat voor 1995 de aantallen te gering zijn om
een goede uitspraak te kunnen doen; daarna zijn de aantallen
van voldoende omvang en zo gelijk verdeeld over de verschil
lende regio's dat er redelijk betrouwbare conclusies getrokken
kunnen worden.
Vangmiddelen
Vangmiddelen zijn zo oud als de mensheid: denk maar eens
aan strikken en klemmen. De laatste worden legaal alleen nog
voor muskusratten gebruikten soms voor mollen. De diervrien
delijker inloopvallen zijn voor het doen van inventarisaties
van kleine zoogdieren, als spitsmuizen, woelmuizen en ware
muizen, een belangrijke aanwinst. Inloopvallen van het merk
Longworth bestaan uit een tunneltje en een nestbox gedeelte.
Het tunneltje bevat het eigenlijke valmechanisme: doordat het
zoogdier over een ijzerdraad klautert, wordt deze iets inge
drukt en het valdeurtje slaat dicht. In de nestbox zit hooi en
voedsel om de overlevingskansen te maximaliseren. Als aas
wordt meestal een standaardmengsel gebruikt van pindakaas
gemengd met havermout; daar worden stukjes appel aan toe
gevoegd. Voor de eigenlijke vangperiode staan de vallen met
aas enkele dagen in het veld om de dieren aan het vreemde
voorwerp te laten wennen. Dit verhoogt het vangstsucces. Bij
het op scherp zetten van vallen worden meelwormen toege
voegd voor de kwetsbare spitsmuizensoorten. Naast Long-
worthvallen zijn ook geregeld valbekers gebruikt. Dat zijn ca.
25 cm diepe bekers met hooi en aas op de bodem. In deze
vallen worden relatief meer woelmuizen en spitsmuizen ge-
Trend aantal prooidieren in braakballen
tl
1
h
Fauna Zeefancfica