11/22/08 05:14 PM
Vos, vastgelegd op eameraval met registratie van temperatuur, maanstand, datum en tijdstip.
vangen; bosmuizen zijn juist in staat om eenvoudig uit deze
valbekers te klimmen.
De serie vallen, een zogenaamde raai, wordt gezet in een min
of meer logische lijn: die de rand van een pad of een boszoom
volgen. Om de afzonderlijke vallen gemakkelijk terug te vinden
worden ze opeenvolgend genummerd en wordt in de vegetatie
een stukje aluminiumfolie bevestigd, zo dicht mogelijk bij de
val ter herkenning van de plaats, ook 's nachts; na afloop van
de valsessie wordt dit materiaal verwijderd.
Tijdens de atlasperiode zijn ruim 15.000 kleine zoogdieren
gevangen van in totaal 18 verschillende soorten. De vangin-
tensiteit is niet precies gelijk verdeeld over de provincie. Er zijn
(natuur)gebieden waarin betrekkelijk veel vallen zijn uitgezet
en in sommige uitgestrekte agrarische gebieden zijn minder
vallen uitgezet. Er is bewust voor gekozen om in elk uurhok
wel een goede vangpoging te hebben verricht.
Voor vleermuizen zijn alleen in 2008 in Zeeuws-Vlaanderen
mistnetten gebruikt.
Andere hulpmiddelen
Als aanvulling op het gehoor is er sinds de jaren tachtig van
de vorige eeuw de mogelijkheid om de ultrasone geluiden
van vleermuizen hoorbaar te maken. De toonhoogten van de
vleermuizen in Zeeland varieert tussen de 15 en 50 kHz, met
uitschieters naar 80 kHz; voor de mens is het bereik tussen
de 2 en 12-15 kHz. Vergeleken met vleermuizen (maar ook
vogels, sprinkhanen en krekels) missen mensen dus nogal
wat. Met een batdetector kunnen de hoogfrequente geluiden
hoorbaar gemaakt worden voor het menselijk gehoor. Naast
de toonhoogte is vooral het ritme waarin de geluiden gemaakt
worden van belang om de ene soort met zekerheid te onder
scheiden van de andere soort. Daarvoor is beslist enige oefe
ning nodig en dan nog kan je er niet altijd zeker van zijn: veel
vleermuissoorten passen hun ultrasoon geluid aan afhankelijk
van de omgeving waarin ze verkeren.
Het totaal aantal batdetectorwaarnemingen bedraagt ruim
5000. De meeste van deze waarnemingen betreffen de gewo
ne dwergvleermuis. Weinig waarnemingen zijn gedaan in het
centrale deel van Tholen en een groot deel van Zuid-Beveland;
dit heeft te maken met een betrekkelijk geringe onderzoeksin
spanning. Op andere plaatsen in Zeeland zijn nog een aantal
van deze betrekkelijk matig onderzochte gebieden te vinden.
Aan de andere kant is het wel bekend dat grootschalige land
bouwgebieden met weinig bomen ook een geringe dichtheid
van vleermuizen hebben.
Pas in 2008 kwam er met de zogenaamde cameravallen een
nieuwe techniek beschikbaar: hierbij werden op stokken lok-
stoffen gesmeerd en voor de camera gezet. Het komt vooral
aan op het juist plaatsen van de camera; de determinatie volgt
bij het bekijken van de gemaakte plaatjes op de PC. Naast tal
rijke loslopende katten registreert de camera ook soorten als
vos, bruine rat, egel en bosmuis.
Zoogdieren in Zeeland 21