Voormalig pesthuis in Middelburg. Wordt een mens gebeten door een met rabiës besmet zoogdier, dan komen virusdeeltjes in het onderhuidse weefsel terecht die uiteindelijk een zenuwbaan bereiken. Dit proces varieert sterk in tijd en hangt af van de dichtheid van de zenuwcellen in het ge bied van de bijtwond. Zo zal iemand die in de lip gebeten wordt binnen ca. 14 dagen ziek worden, maar bij een beet in de kuit kan die periode maanden duren, soms tot bijna een jaar! Wan neer de virusdeeltjes zich uiteindelijk in het centrale zenuwstel sel verbreiden vinden er meestal forse gedragsveranderingen plaats en sterft het slachtoffer na betrekkelijk korte tijd. Mensen die door rabiës ziek worden, overlijden ook tegenwoordig nog, in vrijwel 100°/o van de gevallen. Tussen bijtincident en begin van ziekte is het daarom dringend noodzakelijk een immuni- satie te ondergaan en antistoffen tegen rabiës toegediend te krijgen. Ook is noodzakelijk om het wondje, hoe klein ook, te ontsmetten met betadine jodium. Nog beter is het voorkomen van bijtverwondingen, door vleermuizen niet beet te pakken en zeker nooit te knuffelen! Rabiës is tegenwoordig in Nederland uitermate zeldzaam bij de mens. In de afgelopen 20 jaar heeft zich bij mensen één geval in 1996 voorgedaan; het betrof een besmetting die was opgedaan in Marokko. Van 1984-2005 zijn in Nederland 1219 laatvliegers onderzocht op rabiës: 251 exemplaren (21 °/o) bleken te zijn be smet. Bij de meervleermuis werden 129 exemplaren onderzocht en bleken er 5 te zijn besmet. In Zeeland zijn (nog) geen besmet te laatvliegers gevonden; wel net ten zuiden van Rotterdam. Leptospirosen Leptospirosen vormen een groep ziekten, waarvan naast de ziekte van Weil ook de zogenaamde modderkoorts en de mel kerskoorts worden gerekend. Bij de melkerskoorts wordt het reservoir gevonden onder rundvee. Het reservoir van de ziek tekiemen is nierweefsel; voor de ziekte van Weil bij de bruine rat, voor modderkoorts bij veldmuis en muskusrat. Dragers van de ziektekiemen lozen de urine in oppervlaktewater; hierdoor kunnen mensen besmet raken bij zwemmen e.d. Van deze drie ziekten kent de ziekte van Weil bij mensen het meest ernstige verloop. Na een begin met griepachtige ver schijnselen en spierpijn, is het verloop wisselend. Geelzucht is een teken van een ernstige complicatie en onbehandeld over lijdt 20°/o van de mensen. De andere leptospirosen hebben een milder verloop. Behandeling is mogelijk met antibiotica; bij complicaties is steeds een ziekenhuisopname noodzakelijk. Het aantal gevallen van leptospirosen in Nederland kent over de jaren een steeds licht golvend beloop: zie bijgaande figuur. Het grootste aantal gevallen doet zich voor in de maanden augustus en september. Ook in Zeeland komen leptospirosen onder men sen, geregeld voor. Dit geldt zeker ook voor de ziekte van Weil; voor muskusrattenbestrijders een erkende beroepsziekte. Hantavi rusinfecties Hantavirusinfecties is een groep van ziekten die door verschil lende, maar sterk op elkaar lijkende virussen wordt veroorzaakt. De verschillende virussen kennen onder de knaagdieren verschil lende gastheren. Voor Nederland zijn rosse woelmuis, bruine en zwarte rat en de grote bosmuis van belang; alleen de laatste soort is in Zeeland nog niet vastgesteld. Het Hantavirus wordt door geïnfecteerde dieren uitgescheiden in urine, speeksel en met de keutels. Na het heftige begin met koorts en algemeen ziek-zijn, volgt een periode van pijn in de buik en laag in de Zoogdieren in Zeeland 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 33